Samenvatting
In DSM-IV-TR (American Psychiatric Association, 2000) is de aanpassingsstoornis een restcategorie. De diagnose wordt pas gesteld als er niet voldaan wordt aan de criteria van een andere as-I-stoornis (zie ook deel 1, hoofdstuk 14 van dit handboek, Sanderman, Ranchor & Schaap, 2000). Ook mogen de klachten geen verergering zijn van een al bestaande as-I- of as-II-stoornis.De symptomen moeten als reactie op een identificeerbare stressor zijn ontstaan en sterker zijn dan te verwachten in een dergelijke situatie. Stresserende gebeurtenissen en omstandigheden die tot een aanpassingsstoornis kunnen leiden, worden in drie categorieën verdeeld: 1 alledaagse gebeurtenissen in geval van cumulatie en/of tekortschietende copingstrategieën, 2 ingrijpende gebeurtenissen als het verbreken van het contact met ouders of ontslag, of chronische stressoren als werkloosheid of een slechte woonsituatie, en 3 emotionele, positieve gebeurtenissen als het krijgen van een kind of het sluiten van een huwelijk. kan verder nog onderscheid gemaakt worden tussen enkelvoudige en meervoudige en tussen terugkerende en aanhoudende stressoren. Het verbreken van een liefdesrelatie is een voorbeeld van een enkelvoudige stressor. Van meervoudige stressoren is bijvoorbeeld sprake als een patiënt binnen korte tijd een promotie mist, een been breekt waardoor hij niet meer kan sporten, en een dochter krijgt. Een voorbeeld van een terugkerende stressor is een seizoensgebonden zakelijke crisis, terwijl het wonen in een criminele buurt een voorbeeld is van een aanhoudende stressor. Niet iedereen die dergelijke stressoren meemaakt ontwikkelt klachten. Daarom zijn niet de stressoren op zich bepalend voor het optreden van de klachten maar vooral de manier waarop iemand omgaat met de belasting als gevolg van de stressor(en).