Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

19 Forensische psychiatrie

Auteur : Dr. W.J. Canton

Gepubliceerd in: Leerboek psychiatrie voor verpleegkundigen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

  • Forensische psychiatrie is het deel van de psychiatrie dat het grensgebied van psychiatrie en recht bestrijkt (paragraaf 19.1).
  • ‘Daderstrafrecht’ betekent dat bij het beoordelen van een strafzaak niet alleen naar de strafbare feiten wordt gekeken, maar dat ook met de persoon van de verdachte en diens persoonlijke omstandigheden rekening wordt gehouden (paragraaf 19.2.1).
  • ‘Ontoerekeningsvatbaar’ betekent dat iemand niet mag worden gestraft als hij tijdens het plegen van het delict zodanig gestoord was dat hij voor het gepleegde niet verantwoordelijk kan worden gesteld (paragraaf 19.2.1 en 19.4.2).
  • Rapportages pro justitia kunnen worden onderscheiden in ambulante en klinische (via het Pieter Baan Centrum; bij vermoeden op complexe persoonsgebonden problematiek) rapportages, en enkelvoudige rapportages (door psychiater of psycholoog), dubbelrapportages (door psychiater en andere gedragskundige) en tripelrapportages (door psychiater, andere gedragskundige en een rapporteur van reclassering) (paragraaf 19.2.2).
  • Er is een beslissingsondersteunend instrument ontwikkeld voor de indicatiestellingvoor rapportage pro justitia. Indicaties kunnen zijn:
    • de persoon (vermoeden van een psychiatrische ziekte en/of persoonlijkheidsstoornis);
    • het delict (zeer ernstig, vreemd of recidiverend);
    • de relatie tussen persoon en delict (bijvoorbeeld een ogenschijnlijk normaal persoon pleegt een vreemd delict) (paragraaf 19.2.3).
  • De rapporteur is een onafhankelijke deskundige die de door de rechtbank gestelde vragen dient te beantwoorden. De rapporteur onthoudt zich van bemoeienis met de bewijsvoering en hij stelt zich niet op als behandelaar (paragraaf 19.3).
  • Standaardvragen van de rechtbank aan de rapporteur zijn:
    • Indien de betrokkene weigert te worden onderzocht: tot welke overwegingen van de rapporteur geeft die weigering aanleiding?
    • Is de onderzochte lijdend aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens en zo ja, hoe is dat in diagnostische zin te omschrijven?
    • Hoe was dit ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde?
    • Beïnvloedde de eventuele ziekelijke stoornis/gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens gedragskeuzen c.q. gedragingen van de onderzochte ten tijde van het ten laste gelegde (zodanig dat het ten laste gelegde daaruit (mede) kan worden verklaard?
    • Zo ja, kan de deskundige dan gemotiveerd aangeven op welke manier dat geschiedde en in welke mate het geschiedde? Welke conclusie met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid is op grond hiervan te adviseren?
    • Welke factoren voortkomend uit de stoornis van betrokkene kunnen van belang zijn voor de kans op recidive?
    • Welke andere factoren en condities dienen hierbij in ogenschouw te worden genomen?
    • Is er iets te zeggen over eventuele onderlinge beïnvloeding van deze factoren en condities?
    • Welke aanbevelingen van de gedragskundige en van andere aard zijn te doen voor interventies op deze factoren en condities en hun eventuele onderlinge beïnvloeding en binnen welk juridisch kader? (box 19.1)
  • Er bestaan twee soorten sancties, namelijk de straf en de maatregel (paragraaf 19.5.2).
    • De belangrijkste straffen zijn de vrijheidsstraf, de werkstraf, de leerstraf en de geldboete (paragraaf 19.5.2).
    • De belangrijkste maatregelen voor verdachten met psychiatrische problematiek zijn plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de termijn van maximaal een jaar (artikel 37), terbeschikkingstelling (tbs) met verpleging en tbs met voorwaarden (paragraaf 19.5.2).
  • De belangrijkste begeleidings- en behandelmogelijkheden die kunnen worden geadviseerd zijn: verplicht reclasseringscontact (VRC) en ambulante of klinische behandeling binnen de ggz, forensische ggz of de verslavingszorg (paragraaf 19.6).
  • Veelvoorkomende psychopathologie in de forensische psychiatrie betreft impulscontrolestoornissen (kleptomanie, pyromanie, pathologisch gokken), ontwikkelingsstoornissen, parafilieën, cluster-B-persoonlijkheidsstoornissen, middelenmisbruik en verslaving en psychotische stoornissen (paragraaf 19.7).
  • De behandeling in de tbs-kliniek is gericht op het verminderen van de delictgevaarlijkheid (paragraaf 19.8.2).
Literatuur
go back to reference American Psychiatrie Association. Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Fifth Edition, DSM-5. Washington D.C.: American Psychiatric Association, 2013.CrossRef American Psychiatrie Association. Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Fifth Edition, DSM-5. Washington D.C.: American Psychiatric Association, 2013.CrossRef
go back to reference Canton WJ, Kordelaar WF van. Rapportage pro justitia. Tijdschr Psychiatr 2003a;10:609–18. Canton WJ, Kordelaar WF van. Rapportage pro justitia. Tijdschr Psychiatr 2003a;10:609–18.
go back to reference Canton WJ, Veer TS van de. Pro justitia rapportage. In: Groen H, Drost M (red). Handboek forensische geestelijke gezondheidszorg. Utrecht: de Tijdstroom, 2003b:111–7. Canton WJ, Veer TS van de. Pro justitia rapportage. In: Groen H, Drost M (red). Handboek forensische geestelijke gezondheidszorg. Utrecht: de Tijdstroom, 2003b:111–7.
go back to reference Groen H, Drost M. Handboek forensische geestelijke gezondheidszorg. utrecht: de Tijdstroom, 2003. Groen H, Drost M. Handboek forensische geestelijke gezondheidszorg. utrecht: de Tijdstroom, 2003.
go back to reference Kordelaar WF van. Beslissingsondersteuning onderzoek geestvermogens in het strafrecht voor volwassenen. Deventer: Kluwer, 2002. Kordelaar WF van. Beslissingsondersteuning onderzoek geestvermogens in het strafrecht voor volwassenen. Deventer: Kluwer, 2002.
go back to reference Mooij AWM, Koenraadt F (red). Toerekeningsvatbaarheid. Arnhem: Gouda Quint, 1995. Mooij AWM, Koenraadt F (red). Toerekeningsvatbaarheid. Arnhem: Gouda Quint, 1995.
go back to reference NVvP (Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie). Richtlijn psychiatrisch onderzoek en rapportage in strafzaken. utrecht: de Tijdstroom, 2012. NVvP (Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie). Richtlijn psychiatrisch onderzoek en rapportage in strafzaken. utrecht: de Tijdstroom, 2012.
go back to reference Oei TI, Groenhuijsen MS (red). Actuele ontwikkelingen in de forensische psychiatrie. Deventer: Kluwer, 2003. Oei TI, Groenhuijsen MS (red). Actuele ontwikkelingen in de forensische psychiatrie. Deventer: Kluwer, 2003.
go back to reference Oei TI, Groenhuijsen MS (red). Forensische psychiatrie en haar grensgebieden: actualiteit, geschiedenis en toekomst. Deventer: Kluwer, 2009. Oei TI, Groenhuijsen MS (red). Forensische psychiatrie en haar grensgebieden: actualiteit, geschiedenis en toekomst. Deventer: Kluwer, 2009.
go back to reference Panhuis PJA van. Van de gek, de wijzen en vooral de vragen; over de pro justitia rapportage in het strafrecht. Proces 1994;73:187 – 93. Panhuis PJA van. Van de gek, de wijzen en vooral de vragen; over de pro justitia rapportage in het strafrecht. Proces 1994;73:187 93.
go back to reference Van Dale Groot woordenboek der Nederlandse taal. Veertiende druk. Utrecht/Antwerpen: Van Dale Lexicografie, 2005. Van Dale Groot woordenboek der Nederlandse taal. Veertiende druk. Utrecht/Antwerpen: Van Dale Lexicografie, 2005.
Metagegevens
Titel
19 Forensische psychiatrie
Auteur
Dr. W.J. Canton
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1312-9_19