2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk
18 Psychiatrie en recht
Auteur : Mr. P.J.M. Dijkmans
Gepubliceerd in: Leerboek psychiatrie voor verpleegkundigen
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Samenvatting
-
Het recht is het geheel van regels of normen dat het maatschappelijk verkeer in banen leidt en een remedie aandraagt voor de problemen die rijzen wanneer mensen zich niet gedragen overeenkomstig hetgeen men van elkaar mag verwachten (paragraaf 18.2).
-
Het doel van het recht is het realiseren van een toestand van rust en rechtvaardigheid in de onderlinge betrekkingen van mensen (paragraaf 18.2).
-
Moraal houdt zich bezig met de vraag hoe de mens zich dient te gedragen. Moraal begint nog voordat de gedraging heeft plaatsgevonden. Het recht houdt zich bezig met de kwalificatie van gedragingen die reeds hebben plaatsgevonden (paragraaf 18.2).
-
Het publiekrecht regelt de verhouding tussen burgers en de (organisatie van de) overheid. Hierbij kan de overheid gebruikmaken van machtsmiddelen. Het publiekrecht is voornamelijk dwingend recht (paragraaf 18.3.1).
-
Bij het privaatrecht staat het individuele belang centraal, waarbij de partijen bestaan uit burgers en/of rechtspersonen. Deze partijen zijn in het privaatrecht elkaars gelijken. Het privaatrecht is voornamelijk aanvullend recht (paragraaf 18.3.1).
-
De wetgeving op het gebied van de autonomie wordt in Nederland gevormd door twee belangrijke wetten:
-
de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO);
-
de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ) (wordt te zijner tijd vervangen door de Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg (Wvggz)) (paragraaf18.3.3).
-
-
De WGBO regelt de belangrijkste rechten en plichten van zorgvragers en hulpverleners: het recht op informatie, het recht van inzage, het toestemmingsvereiste, het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de rechten van een minderjarige en de centrale aansprakelijkheid van de instelling (paragraaf 18.3.4).
-
De BOPZ regelt verplichte opname, alsmede de voorwaarden voor dwangbehandeling. Bij acuut gevaar vanuit een geestesstoornis kan er in eerste instantie door de burgemeester een IBS (inbewaringstelling) worden verleend. Bij chronisch (dreigend) gevaar kan door de rechter een Rechterlijke Machtiging (VM – voorlopige machtiging, MVV – machtiging voorgezet verblijf, voorwaardelijke machtiging of rechterlijke machtiging op eigen verzoek) worden afgegeven.
-
In de BOPZ artikel 34a is zelfbinding geregeld; dit houdt in dat de betrokkene zijn behandelvoorkeur laat vastleggen voor het moment dat dwangbehandeling in de toekomst aan de orde komt
-
(paragraaf 18.3.4 en 18.4.2).
-
In acute noodsituaties kunnen los van het behandelplan passende middelen en maatregelen (M&M) worden genomen. Dit zijn afzondering, separatie, fixatie, medicatie en toediening van vocht en voeding. Binnen zeven dagen moet de toepassing van M&M stoppen en plaatsmaken voor behandeling in het kader van het behandelplan (paragraaf 18.4.2).
-
De toekomstige Wvggz beoogt gedwongen behandeling van mensen met psychische problemen minder ingrijpend maken. Verplichte zorg kan ambulant aanvangen,waarbij wordt gestart met de minst ingrijpende maatregel. Er dient expliciet rekening te worden gehouden met behandel- en zorgwensen van betrokkene. De Wvggz richt zich alleen op de sector geestelijke gezondheidszorg (paragraaf 18.4.1).
-
In België zijn belangrijke basisrechten van medische cliënten (patiënten) geregeld in de Wet Betreffende de Rechten van de Cliënt ( Wet op de Cliëntenrechten) (paragraaf 18.5.1).
-
In België is gedwongen opname geregeld in de Wet Betreffende de Bescherming van de Persoon van de Geesteszieke. Voor gedwongen opname gelden vijf voorwaarden:
-
er is sprake van een geestesziekte;
-
de cliënt kan een gevaar betekenen voor zichzelf of de samenleving;
-
de cliënt weigert zich te laten behandelen;
-
er is geen ander therapeutisch alternatief voorhanden;
-
het betreft geen misdrijf (paragraaf 18.5.2).
-
-
Gedwongen opname kan plaatsvinden middels de Gewone procedure of de Spoedprocedure (hoogdringendheid) (paragraaf 18.5.2).
-
De wetgeving aangaande de kwaliteit van zorg beslaat in Nederland diverse wetten:
-
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG);
-
Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wbp);
-
Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO);
-
Kwaliteitswet Zorginstellingen (wordt te zijner tijd vervangen door de Wkkgz);
-
Wet klachtrecht cliënten zorgsector (WKCZ; wordt te zijner tijd vervangen door de Wkkgz).
-
-
De wet BIG bevat drie elementen:
-
voorbehouden handelingen;
-
titelbescherming;
-
tuchtrecht (paragraaf 18.6).
-
-
Het strafrecht houdt zich bezig met gedragingen die bij wet strafbaar zijn gesteld. Het strafrecht is een sanctierecht (paragraaf 18.7.1).
-
Indien verpleegkundigen nalatig zijn, of ernstige of opzettelijke fouten maken, dan kunnen ze verwijtbaar zijn (paragraaf 18.7.2).
-
De Wet BIG kent de tuchtrechtspraak (Tuchtrechtbesluit BIG). Het tuchtrecht beoogt deskundigheid en vakbekwaamheid af te dwingen. Het tuchtcollege kan maatregelen opleggen:
-
een waarschuwing;
-
een berisping;
-
een geldboete van ten hoogste € 4.500,-;
-
schorsing van de inschrijving in het register voor ten hoogste één jaar;
-
gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid het in het register ingeschreven staandbetrokken beroep uit te oefenen;
-
doorhaling van de inschrijving in het register;
-
zo nodig publicatie van de uitspraak (paragraaf 18.7.3).
-
-
In België bestaat geen extern georganiseerde tuchtprocedure. Enkel de werkgever kan sanctionerend optreden. Cliënt kan ook een klacht indien bij de ombudspersoon (paragraaf 18.7.4).