2017 | OriginalPaper | Hoofdstuk
17 Technologie gebruiken in de zorg voor ouderen: kansen en uitdagingen
Auteur : Thijs van Houwelingen
Gepubliceerd in: Klinisch redeneren bij ouderen
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Samenvatting
-
Tussen 2010 en 2040 neemt de grijze druk (verhouding 65-plussers ten opzichte van het aantal personen van 20-64 jaar) sterk toe: van circa 25% naar meer dan 50%. Dit komt doordat er enerzijds meer ouderen en anderzijds minder 20-64-jarigen zullen zijn (paragraaf 17.1.1).
-
Vanwege de vergrijzing en ontgroening zal de zorg anders georganiseerd moeten worden. Oplossingen zijn: meer zelfmanagement van de patiënt en technologische vernieuwingen (telemedicine, domotica, robotica, autonome monitoring, e-health en zorg op afstand). De zorgvrager krijgt dus een actieve rol in de zorg (paragraaf 17.1.2 t/m paragraaf 17.1.4).
-
Ouderen in Nederland zijn relatief goed bekend met de digitale mogelijkheden die bijvoorbeeld internet en videocommunicatie kunnen bieden (paragraaf 17.1.5 en paragraaf 17.1.6).
-
Ouderenzorg vindt voor een groot deel plaats in de context van de thuiszorg. Er zijn steeds meer thuiszorgorganisaties die starten met het verlenen van zorg op afstand. Indien de zorgvrager bereid is een actieve rol te hebben in zijn of haar behandeling, zijn er verschillende verpleegkundige taken waarbij technologie kan worden ingezet (paragraaf 17.2.1).
-
Verpleegtechnische handelingen op afstand, waarbij de verpleegkundige meekijkt via het scherm.
-
Gezondheidsvoorlichting en psychosociale hulp op afstand.
-
Monitoren van de gezondheid en de functionele vermogens (verpleegkundige data) en triageren.
-
-
Bij het klinisch redeneren kan ook gebruik worden gemaakt van technologie. In het klinisch redeneren dient een verpleegkundige rekening te houden met de anatomie en functies, met participatie en activatie, met beïnvloedende omgevingsfactoren en met preventie (paragraaf 17.2.2).
-
De verpleegkundige zal in de nabije toekomst meer zorgvragers bedienen, mogelijk door gebruik van technologie en door het aansturen op zelfmanagement. Als gevolg hiervan is de verpleegkundige meer aan het coachen en in mindere mate directe zorg aan het verlenen: van zorgverlener naar zorgcoach. In het onderwijs is aandacht nodig voor dergelijke nieuwe verpleegkundige competenties (paragraaf 17.2.3).