Samenvatting
Kennis van de anatomie van het ongeboren kind en het baringskanaal, van de passage van het kind door het baringskanaal en van de verschillende fasen van de baring zijn voorwaarden om de baring professioneel te kunnen begeleiden.
Bevallingen worden in ons land geleid door verloskundigen, huisartsen en gynaecologen. In het belang van de zwangere vrouw en haar kind is een intensieve en goede samenwerking tussen alle betrokken professionals essentieel.
Aan het begin van de zwangerschap dient er een plan gemaakt te worden voor de begeleiding van de zwangerschap en de bevalling. Bij de keuze voor een bevalling onder leiding van een eerstelijnsverloskundige of onder leiding van een gynaecoloog geldt het uitgangspunt ‘in de eerste lijn wat kan en in de tweede en derde lijn wat moet’. Bereikbaarheid en beschikbaarheid van alle betrokkenen bij de verloskundige zorg dient er 24 uur per dag en zeven dagen per week te zijn. Vanaf het begin van de baring dient er een hulpverlener bij de barende aanwezig te zijn. Dit geldt zowel voor een thuisbevalling als voor een (poli)klinische bevalling in het ziekenhuis.