Samenvatting
Mevrouw Paumen, 64 jaar, is bekend met een ovariumcarcinoom, waarvoor zij meermaals chemotherapie heeft gekregen. Er zijn inmiddels levermetastasen vastgesteld. De laatste kuren vielen haar zo zwaar dat ze heeft aangegeven geen kuren of opname in een ziekenhuis meer te willen. Haar huisarts bezoekt haar in deze laatste levensfase 1 of 2 keer per week. Tijdens een van deze bezoeken meldt mevrouw dat ze ’s nachts veel pijn heeft onder de rechterribbenboog. Ze kreeg hierbij haast geen lucht, had ook pijn op de borst en wilde op dat moment niet verder leven. Bij onderzoek is de lever zeer fors en pijnlijk bij aanraken. Mevrouw gebruikt oxycontin 10 mg 2d1t, daarnaast paracetamol zetpillen 1000 mg 1-2dd 1. Deze medicatie was door haar behandelend specialist aldus ingesteld. Verder gebruikt ze lactulosesiroop en zopiclon 7,5 mg 1d2t voor de nacht (mevrouw sliep slechts enkele uren op 1 tablet zopiclon).