Skip to main content
Top

2005 | OriginalPaper | Hoofdstuk

13 Uterovaginale prolaps

Auteurs : Prof.dr. M.E. Vierhout, Prof.dr. F.B. Lammes

Gepubliceerd in: Praktische gynaecologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Het steunweefsel van het kleine bekken heeft verscheidene, onderling totaal verschillende functies. De bekkenbodem moet steun geven aan de buikinhoud, en een betrouwbaar sluitmechanisme van blaas en rectum moet een efficiënte passage van de bekkenbodem mogelijk maken. Voorts moet de bekkenbodem bij de geboorte van een kind veilig gepasseerd kunnen worden, met maximale tijdelijke distensie. De anatomie van het kleine bekken toont de fraaie oplossingen die voor deze totaal verschillende taken zijn gevonden. Het diaphragma pelvis is deels een spiertrechter van de levator ani, de ‘levatorplaat’, bedekt met bindweefsel dat overgaat in schotten die onderling verschuifbaar zijn door vetweefsellamellen. Vooral de cervix is zeer stevig met de bekkenwand verbonden door de ligamenta sacrouterina en de ligamenta cardinalia, die vanwege hun onderlinge verwevenheid ook wel het sacrouterina-cardinalia-complex worden genoemd. De verbinding met de blaas is, evenals het parametrium, veel losmaziger en bevat een uitgebreide veneuze plexus.
Metagegevens
Titel
13 Uterovaginale prolaps
Auteurs
Prof.dr. M.E. Vierhout
Prof.dr. F.B. Lammes
Copyright
2005
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9620-7_13