Samenvatting
» Voorkeurshouding en schedeldeformatie op de zuigelingenleeftijd komen de laatste twee decennia zeer frequent voor, sinds de veranderde preventieve adviezen ten aanzien van wiegendood om zuigelingen niet meer op de buik of zij te laten slapen. Er is een oorzakelijk verband tussen de hanterings- en positioneringsgewoonten (slapen, voeden, spelen, verzorgen), de motorische ontwikkeling, de voorkeurshouding en schedeldeformatie. Met behulp van een recentelijk ontwikkelde, objectieve meetmethode voor schedeldeformatie, plagiocefalometrie, kan de mate van schedeldeformatie door de fysiotherapeut worden vastgelegd en in de tijd worden gevolgd. Protocollaire kinderfysiotherapie heeft een bewezen reducerend effect op de schedelasymmetrie, in vergelijking met de reguliere zuigelingenzorg. Het is belangrijk om nieuwe, wetenschappelijk bewezen kennis te implementeren in de dagelijkse praktijk van alle kindgerichte professionals in de gezondheidszorg. Een landelijke, multidisciplinaire JGZ-richtlijn
Preventie, signalering en aanpak van voorkeurshouding en schedelvervorming komt eind 2011 gereed. In de komende tijd zal er meer bekend worden over zuigelingenasymmetrie, omdat er verschillende wetenschappelijke onderzoeken lopen.