2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk
12 Seksuologie
Auteur : Mw.drs. J.G. Griffioen
Gepubliceerd in: Leerboek psychiatrie voor verpleegkundigen
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Samenvatting
-
Het begrip ‘seksualiteit’ omvat seks, seksuele identiteit en sekserollen, seksuele oriëntatie, erotiek, plezier, intimiteit en voortplanting. Verschillende psychiatrische aandoeningen hebben invloed op de seksualiteit. Omgekeerd kunnen seksuele problemen tot psychiatrische problemen leiden (paragraaf 12.1).
-
Seksuele activiteit heeft tal van positieve effecten zoals vermindering van stress, verbetering van het zelfbeeld, bevorderen van de slaapkwaliteit, een hogere levensverwachting (paragraaf 12.3).
-
Voor mensen werkzaam in de psychiatrie is het van belang kennis te hebben van de verschillende functies van seks, en van het belang van seks voor zowel gezonde als zieke mensen. Voor een goed begrip van de leefwereld en de problemen van patiënten is het van belang de positieve en/of negatieve aspecten van seksualiteit in hun leven te kunnen bespreken (paragraaf 12.3).
-
De seksuele responscyclus omvat vier fasen: het verlangen, de opwinding, het orgasme en de herstelfase (figuur 12.1).
-
Bij veelvoorkomende psychiatrische aandoeningen als depressie, manie, angststoornissen, schizofrenie en borderlinepersoonlijkheidsstoornissen doen zich problemen op het gebied van seksualiteit voor (paragraaf 12.6).
-
In de DSM-5 worden de volgende seksuele disfuncties onderscheiden: bij mannen de erectiestoornis, ejaculatiestoornis en hypoactief seksueel verlangen; bij vrouwen de orgasmestoornis, pijnstoornis en seksueel interesse/opwindingsstoornis (paragraaf 12.6.7).
-
Volgens de DSM-5 kan een seksuele functiestoornis niet als zodanig worden geclassificeerd wanneer er ook sprake is van een andere psychiatrische stoornis op as I. Soms komen deze echter wel samen voor (paragraaf 12.6.7).
-
Seksuele disfuncties kunnen samenhangen met (1) partnerfactoren, (2) relatiefactoren, (3) factoren van individuele kwetsbaarheid, zoals een psychiatrische stoornis, een verstoord lichaamsbeeld, seksueel trauma, (4) religieuze factoren, (5) somatische factoren, waaronder gebruik van medicatie (paragraaf 12.6.7).
-
De parafilieën en de genderidentiteitsstoornissen worden in de DSM-5 als aparte categorieën ingedeeld en horen niet bij de seksuele stoornissen (paragraaf 12.6.7).