Skip to main content
Top

2012 | OriginalPaper | Hoofdstuk

12 Preventie en gezondheidsbevordering

Auteurs : Marieke van der Burgt, Els van Mechelen-Gevers

Gepubliceerd in: Inleiding in de gezondheidszorg

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Met preventie wil je voorkómen dat een ziekte en/of beperking ontstaat. Echt voorkómen dat een ziekte ontstaat heet primaire preventie; een voorbeeld is vaccinatie. Maar ook het aanpakken van risicofactoren voordat mensen er ziek door worden behoort tot primaire preventie.
Vroege opsporing van ziekten wordt screening genoemd. Dat is secundaire preventie: de ziekte is namelijk al in het beginstadium aanwezig. Een nadeel van screening is schijnzekerheid. Bovendien geven tests nooit 100 procent juiste uitslagen. Soms toont screening niet een ziekte aan, maar alleen een verhoogd risico, zoals de triple test in het bloed vroeg in de zwangerschap.
Door tertiaire preventie kun je voorkómen dat de ziekte verergert of dat er complicaties optreden. Quaternaire preventie is voorkómen dat mensen afhankelijk worden van zorg.
Preventie kan meestal niet zonder voorlichting. In de meeste gevallen moeten mensen namelijk zelf iets doen om ziekte te voorkómen.
De GGD (Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst) heeft als voornaamste taken preventie en bevorderen van de gezondheid van mensen in de gemeente(n). De GGD biedt meestal ongevraagd zorg aan. Taken van de GGD zijn onder andere: jeugdgezondheidszorg, infectieziektebestrijding, gezondheidsbevordering en gezondheidsvoorlichting en coördinatie van screening.
Sommige infectieziekten moet de arts die de diagnose vermoedt of stelt melden bij de GGD. De GGD kan dan bron- en contactonderzoek doen.
De jeugdgezondheidszorg is er voor kinderen van 0 tot en met 18 jaar. De GGD (afdeling JGZ) is samen met de consultatiebureaus verantwoordelijk voor de jeugdzorg. De jeugdgezondheidszorg bewaakt en bevordert de gezondheid van kinderen door een periodiek gezondheidsonderzoek, vaccinatie, vroegtijdige opsporing van gezondheidsproblemen en gezondheidsrisico’s en voorlichting aan kinderen en ouders, leerkrachten en klassen. Als er een afwijking wordt gevonden of als er signalen zijn dat het niet goed gaat met een kind, is verwijzing nodig naar deskundige hulp. Er wordt gewerkt aan een elektronisch kinddossier (EKD).
Arbodiensten of diensten voor bedrijfsgezondheidszorg doen aan preventie van gezondheidsproblemen door het werk, preventie van ziekteverzuim en begeleiding bij re-integratie.
Aan preventie wordt veel minder uitgegeven in de gezondheidszorg dan aan cure en care, namelijk 2-4 procent van het totaal.
Metagegevens
Titel
12 Preventie en gezondheidsbevordering
Auteurs
Marieke van der Burgt
Els van Mechelen-Gevers
Copyright
2012
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9166-0_12