Samenvatting
In hoofdstuk 10 is aangegeven dat het zenuwstelsel voortdurend informatie ontvangt en verwerkt vanuit het lichaam zelf en vanuit de buitenwereld. Indien nodig worden op basis van deze informatie fysiologische processen bijgestuurd of wordt een beweging ingezet. Dankzij de ontvangst van informatie beschikt de mens over een beeld van zichzelf in de ruimte waarin hij zich bevindt. Al deze informatieverwerkende, regulerende en integrerende processen in het zenuwstelsel zijn gebaseerd op elektrische prikkelgeleiding en overdracht. De informatie die vanuit het lichaam of de buitenwereld wordt opgevangen, is echter meestal niet elektrisch, maar chemisch of mechanisch van aard. Zo veroorzaken concentraties van bepaalde stoffen die zijn opgelost in het bloed of etensluchtjes tijdens het koken chemische prikkels. De bloeddruk in het vaatstelsel en een klap in het gezicht zijn mechanische prikkels. Licht en geluid zijn elektromagnetische golven. Toch is het lichaam ook in staat te reageren op dergelijke prikkels. Het lichaam beschikt over organen die in staat zijn een specifieke prikkel op te vangen en deze om te zetten in een elektrische prikkel die de zenuwcellen kan activeren. Deze organen, die feitelijk de vertalers zijn voor het zenuwstelsel, zijn de zintuigen of sensoren. Zo zijn er sensoren die specifiek gevoelig zijn voor druk, terwijl andere gevoelig zijn voor rek, sensoren die chemische prikkels opvangen en sensoren voor licht- of geluidsgolven.