Samenvatting
Borsten hebben een belangrijke sociaal-psychologische functie. Naast het gevoel van vrouw-zijnspelen daarbij ook aspecten een rol als het kunnen voeden van baby’s en erotiek. Een afwijkende vorm en vooral ook het moeten missen van een borst na een amputatie kunnen een grote psychische invloed hebben, niet in de laatste plaats door de reactie van de omgeving.
Operatie-indicaties voor mammachirurgie en de mogelijkheden zijn:
-
hypertrofie: mammareductie (borstverkleining); asymmetrie: mammareductie van de grote borst of augmentatie van de kleine borst; hypoplasie of aplasie; augmentatie of lipofilling; ptosis: mastopexie (borstlift), ptosiscorrectie;
-
na mamma-amputatie: mammareconstructie met een mamma-implantaat of eerst een tissue expander, transpositielap (m. latissimus dorsi, waarbij meestal aanvullend een implantaat nodig is, m. rectus abdominis) of een vrije gerevasculariseerde lap (vrije transverse rectus abdominis muscle flap (TRAM), deep inferior epigastric perforator flap (DIEP), superior/inferior gluteal artery perforator flap (S/IGAP), of transverse musculus gracilis flap (TMG)).
De reconstructie van tepel en tepelhof vindt meestal in een latere sessie plaats. Dit kan door middel van een full thickness skin graft (FTSG) en/of tatoeage. Elke operatie heeft zijn specifieke aandachtspunten met betrekking tot positionering (rugligging, zijligging, strandstoelpositie) en benodigdheden. Bij implantaten en tissue expanders dient volgens strenge OK-regels te worden gewerkt om postoperatieve wondinfecties te voorkomen. Men brengt immers lichaamsvreemd materiaal in. Een mammareconstructie door middel van een DIEP, I/SGAP of TMG-lap is een combinatie van ‘grovere’ chirurgie en microchirurgie. Dit vergt flexibiliteit en inlevingsvermogen van de operatieassistent.