2010 | OriginalPaper | Hoofdstuk
10 Klinische neuropsychologie
Auteurs : Prof. dr. H.A.M. Middelkoop, Dr. E.M. Wekking, Drs. H.P. Zijlstra
Gepubliceerd in: Medische psychologie
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Samenvatting
-
Neuropsychologische diagnostiek is geïndiceerd wanneer er (hetero)anamnestisch sprake is van klachten en/of stoornissen in aandacht/concentratie, geheugen, taal, denken of doelgericht handelen (de zogeheten ‘cognitieve functies’) of gedrag zoals depressie, angst, wanen of hallucinaties.
-
Neuropsychologische stoornissen gaan vaak gepaard met een hersenaandoening, maar kunnen ook optreden bij somatische of psychische problematiek die niet primair het gevolg is van een organische hersenaandoening.
-
Het doel van de neuropsychologische diagnostiek is het in kaart brengen van de aard, ernst en eventuele oorzaak/oorzaken van de neuropsychologische klachten in het kader van ziekte- en/of zorgvraagstellingen. Hiertoe wordt gebruikgemaakt van de (hetero)anamnese, observatie en gestandaardiseerde, gevalideerde en genormeerde methoden of tests.
-
Dementie is een verworven klinisch syndroom, met als kernsymptoom progressieve en meervoudige cognitieve functiestoornissen, waardoor de patiënt niet meer in staat is om de normale dagelijkse bezigheden te verrichten. Veelvoorkomende nevensymptomen zijn depressie, wanen en gedragsstoornissen. De belangrijkste oorzaken van (ouderdoms)dementieën zijn de ziekte van Alzheimer (alzheimerdementie) en cerebrovasculaire pathologie (vasculaire dementie).
-
Onder neuropsychologische behandeling wordt verstaan elke (neuro)psychologische interventie, strategie of techniek waarmee een patiënt of zijn familie diens problemen ten gevolge van cognitieve defecten kan verbeteren of accepteren. Veelgebruikte termen voor dit type behandeling zijn ook neuropsychologische rehabilitatie of cognitieve rehabilitatie.
-
In een adequate neuropsychologische interventie wordt zowel aandacht besteed aan de compensatie van de gestoorde cognitieve functie(s), als aan eventuele nadelige psychosociale effecten ten gevolge van deze cognitieve stoornis(sen).
-
De neuropsychologische kennis die is ontwikkeld voor volwassenen is maar beperkt bruikbaar voor kinderen, omdat bij hen sprake is van een nog niet volgroeid zenuwstelsel, waardoor er speciale aandacht moet uitgaan naar het effect van het letsel op de ontwikkeling van de hersenen en hiermee op de ontwikkeling van het gedrag van het kind.
-
De uiteindelijke problemen in het motorisch functioneren van een kind met een hersenaandoening zijn minder bepalend voor de maatschappelijke participatie dan de cognitieve problemen of de problemen in gedrag en persoonlijkheid.