Skip to main content
Top

2003 | OriginalPaper | Hoofdstuk

4. Revalidatie van CVA-Patiënten

Auteurs : Dr. A. C. H. Geurts, Mw. Drs. E. J. M. Snoeren

Gepubliceerd in: Neurologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Abstract

Het cerebrovasculair accident (cva) is de meest voorkomende vorm van verworven hersenletsel en een van de belangrijkste oorzaken van blijvende functionele beperkingen en maatschappelijke participatieproblemen in de westerse wereld. Hoewel de incidentie van het cva stijgt met de leeftijd, onder andere door de gevolgen van hart- en vaatziekten en diabetes mellitus, is het zeker geen typisch geriatrische aandoening. Het cva, zowel bloedig als onbloedig, komt ook voor op middelbare en jongvolwassen leeftijd en zelfs bij kinderen. Juist op jonge leeftijd zijn de functionele en maatschappelijke consequenties van een cva vaak groot, ook als de primaire uitvalsverschijnselen mild lijken. Het zijn immers de minder zichtbare psychische stoornissen die een grote impact hebben op het maatschappelijk functioneren (zie ook paragraaf 2 en 6).
Literatuur
go back to reference Commissie cva-Revalidatie. Revalidatie na een beroerte. Richtlijnen en aanbevelingen voor zorgverleners. Den Haag: Nederlandse Hartstichting; 2001. Commissie cva-Revalidatie. Revalidatie na een beroerte. Richtlijnen en aanbevelingen voor zorgverleners. Den Haag: Nederlandse Hartstichting; 2001.
go back to reference Vandermeulen JAM, Derix MMA, Avezaat CJJ, Mulder TW, Strien JW van, redacteuren. Niet-aangeboren hersenletsel bij volwassenen. Amsterdam: Elsevier; 2003. Vandermeulen JAM, Derix MMA, Avezaat CJJ, Mulder TW, Strien JW van, redacteuren. Niet-aangeboren hersenletsel bij volwassenen. Amsterdam: Elsevier; 2003.
Metagegevens
Titel
Revalidatie van CVA-Patiënten
Auteurs
Dr. A. C. H. Geurts
Mw. Drs. E. J. M. Snoeren
Copyright
2003
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9777-8_4