Gepubliceerd in:
01-04-2009 | feedback post
Antistolling en tandheelkundige ingrepen
Gepubliceerd in: Tandartspraktijk | Uitgave 4/2009
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Casus
In oktober 2008 worden twee problemen gemeld: Een tandarts schrijft: ‘Kortgeleden ontvingen wij een brief van de trombosedienst Leiden en omstreken (afb. 1). Graag zouden wij uw mening over de inhoud van deze brief willen weten, omdat wij zo onze bedenkingen hebben. Verder gaat dit advies ook over de parodontale behandeling. Wij weten niet precies hoeveel waarde wij moeten hechten aan dit advies. Zou u daarover uw mening willen geven?’
Een tweede tandarts, meldt: ‘Op vrijdag implanteer ik twee pluggen in een edentate patiënte geboren in 1957. De patiënt slikte Marcoumar in verband met een longembolie in oktober 2007. Een dag later meldde zij zich met een forse nabloeding en een flink hematoom van de mondbodem met verdrongen tong en extraoraal (afb. 2). Ik verwijderde de bloedprop uit haar mond en inspecteerde de hechtingen. De wondranden bleken nog goed gesloten. De patiënt had het schema van de trombosedienst gevolgd en bij het implanteren is niets bijzonders opgevallen.’
Op verzoek meldt de tandarts navraag te zullen doen naar de INR-waarden (zie volgende pagina) rond de ingreep.