Promotieonderzoek Mw. D. Duijster: Family matter. The role of parental and family-related psychosocial factors in childhood dental caries, 15-02-15. Waarom hebben kinderen uit het ene gezin wel gaatjes in hun tanden en uit het andere gezin niet? Dat onderzocht UvA-tandheelkundige Denise Duijster.
Om cariës bij kinderen te voorkomen moet meer worden ingezet op interventies gericht op het ondersteunen van de ouders en het bevorderen van de gezinsomgeving. Duijster bestudeerde welke psychosociale factoren rond ouders en het gezin van invloed zijn op de aanwezigheid van cariës bij kinderen, en hoe deze factoren mogelijk een rol spelen in het verklaren van sociaaleconomische verschillen in mondgezondheid van kinderen.
‘Cariës is wereldwijd nog steeds de meest voorkomende chronische kinderziekte, ondanks een behoorlijke investering in onderzoek en ziekenzorg,’ vertelt Duijster. ‘Bekend is dat de mondgezondheid van kinderen samenhangt met de sociaaleconomische status van de ouders. Er is echter weinig bekend over de factoren die dit kunnen verklaren.’
Functionerend gezin
Uit het onderzoek van Duijster blijkt dat kinderen uit gezinnen die goed functioneren op het gebied van communicatie, organisatie, responsiviteit en met een groot sociaal netwerk significant minder cariës hebben dan kinderen uit minder goed functionerende gezinnen. Met name de mate van organisatie, routine en structuur zijn belangrijk. Daarnaast is een slechter gezinsfunctioneren geassocieerd met een lagere poetsfrequentie, een hogere leeftijd waarop wordt begonnen met tandenpoetsen en minder betrokkenheid van de ouder bij het tandenpoetsen.
Positieve betrokkenheid
Duijster concludeert daarnaast dat gunstigere opvoedingsstrategieën met betrekking tot positieve betrokkenheid (tonen van interesse en warmte), positieve bekrachtiging (stimuleren en complimenteren) en probleemoplossend vermogen vaker voorkomen bij ouders van cariësvrije kinderen dan bij ouders van cariësactieve kinderen. Bovendien was een overdreven strenge manier van disciplineren, in combinatie met uiting van weinig warmte, een sterke indicator voor de aanwezigheid van cariës bij kinderen.
Vertrouwen ouders
Ook het vertrouwen van de ouders zelf blijkt belangrijk. Duijster: ‘Ouders die minder vertrouwen hebben in hun eigen ‘kunnen’ om gezond gedrag uit te voeren bij hun kind hebben meer kans op kinderen met cariës. Hetzelfde geldt voor ouders met een externe ‘locus of control’ -wat kan worden gedefinieerd als de opvatting dat cariës afhankelijk is van slechte genen, toeval of pech - waarmee de verantwoordelijkheid buiten de ouder zelf wordt gelegd.’
Meer aandacht van de tandarts
‘Uit groepsgesprekken met ouders bleek dat zij meer aandacht willen van de tandarts. Ook gaven ze aan vaak tegenstrijdige adviezen te krijgen.‘Jeugdzorg zegt dat fruit gezond is, maar volgens de tandarts zit er veel suiker in, wat gaatjes kan veroorzaken.’ Het is daarom belangrijk dat deze zorggroepen meer samenwerken en dezelfde boodschap overbrengen.’
Bron: NewScientist.nl en ACTA/Vrije Universiteit Amsterdam
Aanbevolen:
vrijdag 17 april 2015, Utrecht
CongresCariës - Behandeling volgens de laatste wetenschappelijke inzichten
17 april 2015, Utrecht | meer informatie
Lees meer in BSL Tandarts Totaal >>
Gerelateerde nieuwsberichten:
Aanbevolen literatuur:
'Algemene ziekteleer voor tandartsen', H.S. Brand, D.E. Van Diermen, P.C. Makkes (Diabetes mellitus, Eetstoornissen en voedingsdeficiëenties)
Kindertandheelkunde deel I, W.E. Van Amerongen, L.C. Martens, G.Stel, J.S.J. Veerkamp (deel E: Preventie van cariës)
Auteur(s): redactie BSL Tandarts Totaal