Eens in de zoveel tijd, als het letterlijk weer raak is op het hockeyveld, ontbrandt weer de discussie rond het nut van het dragen van een gebitsbeschermer tijdens een hockeywedstrijd. Ditmaal naar aanleiding van de poeierd die hockeyer Seve van Ass recent vol in het gezicht trof en waarbij hij tien tanden verloor en zijn kaak brak. Hij droeg geen gebitsbeschermer. Ongeveer de helft van alle hoofdklassespelers draagt een bitje, de nadere helft (dus) niet...
Niet dwingend, wel dringend
Van Ass, vader van het slachtoffer en tevens bondscoach, beweert in NRC Handelsblad dat het dragen van een hockeybitje voor Seve weinig uitgemaakt zou hebben. Sterker nog, indien hij wel een bitje had gedragen, was de schade waarschijnlijk nog groter geweest, beweert pa Van Ass. Seve is dezelfde mening als zijn vader toegedaan. Hij vindt dat een bitje zowel de ademhaling als de communicatie met de medespelers in de weg staat.
De NMT vindt het onverstandig om zonder (door de tandarts aangemeten) gebitsbeschermer te sporten. Ook de Vereniging van Sportgeneeskunde propageert zowel een hockeybitje als -helm om hoofdtrauma's te voorkomen; beide niet dwingend, wel dringend. Arno den Hartog, technisch directeur van de KNHB, zegt dat verplichtingstelling van een mondbeschermer een complexe materie is: naast twijfels over het gewenste effect en de fysieke beletsels tijdens het hockeyen, moeten ook kwesties als aansprakelijkheid en sanctionering van het eventueel dragen van een mondbeschermer worden gewogen. De medische commissie van de KNHB heeft intussen een Taskforce ingesteld, een werkgroep, die onderzoek gaat doen naar het al dan niet dragen van bitjes tijdens wedstrijden.
Bolhuis
André Bolhuis, die, zowel op hockey- als op tandheelkundig gebied, een naam verwierf, is de aangewezen persoon om zich over deze kwestie te buigen. Bolhuis promoveerde destijds op het effect van een gebitsbeschermer en bracht de Bolhuisbeschermer op de markt.
De mondbeschermer volgens Bolhuis: de kunsthars ligt strak tegen alle gebitselementen aan, waardoor het bovenfront suboptimaal wordt beschermd.
Hoewel Bolhuis uiteraard de individuele gebitsbeschermer propageert, constateert hij tijdens het dragen een opmerkelijk neveneffect: 'Met een gebitsbeschermer durven spelers roekelozer in te lopen op een strafcorner. Ze rekenen erop dat het bitje beschermt, waardoor meer risico's genomen worden en het risico op letsel toeneemt.'
1800 ongelukken
Per jaar vinden tijdens hockeywedstrijden nog steeds zo'n 1800 ongelukken met schade aan het gebit plaats. 55 procent wordt veroorzaakt door een klap met een hockeystick, 35 procent door de bal en 105 ongelukken door botsing met andere spelers. Het laatste woord in de discussie over het bitje is nog niet gezegd.
Zie ook het artikel Horizontale wortelfracturen, geschreven door een tandarts/vader van een zoon die in een hockeywedstrijd een bal tegen zijn mond (met gebitsbeschermer) krijgt.
Een heftiger gebitstrauma wordt beschreven in het artikelEen blijvend dentoalveolair defect na trauma.
Auteur(s): Marijke Simons