De Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) is blij met het advies van het Capaciteitsorgaan om het aantal opleidingsplaatsen voor tandartsen structureel te verhogen van 240 naar 287. De ANT vraagt minister Schippers het advies over te nemen.
Doordat de komende jaren ruim 40 procent van de tandartsen met pensioen gaat worden er grote tekorten voorzien. Tegelijkertijd neemt de vraag naar mondzorg flink toe door de vergrijzing van de Nederlandse samenleving. De ANT is bang dat Nederland te veel afhankelijk wordt van tandartsopleidingen in het buitenland. ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes: ‘Er zullen dan ook meer tandartsen moeten worden opgeleid om goede en toegankelijke tandheelkundige zorg voor patiënten in alle delen van het land te waarborgen.’
Gelijk
Het aantal buitenlandse tandartsen dat in Nederland een praktijk opent, is nu al ongeveer gelijk aan het aantal afgestudeerde Nederlandse tandartsen. Bij hun kwaliteit kan volgens de ANT vraagtekens geplaatst worden.
Vaartjes: ‘Daarnaast is lang niet iedereen de Nederlandse taal machtig. Dat zouden wij wel als eis willen stellen voor instromende tandartsen. Op dit moment heeft VWS daar geen regels voor vastgelegd. De ANT is echter wel voorstander van zo’n eis, mede met het oog op de kwaliteit van de mondzorg.’
Positief
De ANT is positief over het advies van het Capaciteitsorgaan, dat adviseert over het aantal opleidingsplaatsen in de zorg, zoals vastgelegd in het Capaciteitsplan 2013. In dit plan adviseert het Capaciteitsorgaan om de instroom in de opleidingen tot tandarts fors te verhogen. Het advies wordt onderbouwd door een aantal uitgevoerde onderzoeken, onder andere naar de buitenlandse instroom van tandartsen in Nederland, de regionale spreiding van tandartsen en een consumentenpeiling over het gebruik en de perceptie van de eerstelijns mondzorg.
Auteur(s): Adri van Beelen