De Universiteit Maastricht gaat in Nederland de kwaliteit van leven na een IC-opname en de omvang van het post intensive care syndroom (PICS) in kaart brengen. Dat kondigde Paul Roekaerts, hoogleraar Intensive Care Geneeskunde aan de Universiteit Maastricht aan in zijn inaugurele rede. Buitenlands onderzoek geeft aan dat 30 tot 50 procent te kampen heeft met ernstige fysieke beperkingen en/of psychische aandoeningen.
“Het Post Intensive Care syndroom (PICS) verdient dringend meer aandacht in de Nederlandse gezondheidszorg”, zegt Roekaerts in zijn rede ‘Elke dag telt’. In Nederland is niets bekend over de kwaliteit van leven van ex-IC-patiënten op de korte en langere termijn. Terwijl toch bijna driekwart van de patiënten die langer dan 48 uur op een IC- verblijven levend het ziekenhuis verlaat.
IC-overlevers
Buitenlands onderzoek geeft aan dat 30 tot 50 procent van de voormalige IC-patiënten lijdt aan fysieke beperkingen waardoor dagelijkse zaken als zich wassen of wandelen moeilijk tot onmogelijk wordt. Ook heeft ongeveer 40 procent een psychische aandoening, zoals depressie, angst of PTSS. Ook komen vaak persoonlijkheidsveranderingen en boosheid voor bij IC-overlevers.
Brandende oven
Roekaerts noemt een paar veelvoorkomende angsten, die hij in zijn praktijk tegenkomt. Een patiënt die herhaalde CT- en MRI-scans heeft ondergaan denkt dat hij voortdurend levend in een brandende oven geschoven wordt. Of patiënten denken dat er een verpleegkundige rondloopt die hem wil vermoorden.
Begrip
Volgens Roekaerts maken de symptomen van PICS een terugkeer in een normaal en professioneel leven haast onmogelijk. Hij wil graag beter begrijpen hoe de lichamelijke en mentale stoornissen tot stand komen en hoe ze voorkomen, behandeld of draaglijker gemaakt kunnen worden.
Auteur(s): Adri van Beelen