Bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen hoeft bij mensen na het zestigste levensjaar niet te worden ontraden. Artsen, verpleegkundigen en verzorgenden moeten patiënten die voor deze weg kiezen goed voorbereiden en begeleiden en hen adequate palliatieve zorg geven. Dat staat in de aangepaste handreiking 'Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen’ die onder meer in samenwerking met het NHG is ontwikkeld.
In 2014 werd de handreiking door de KNMG en beroepsvereniging van zorgprofessionals V&VN gepresenteerd. Deze is aan de hand van enige commentaren aangepast. Uit de reacties bleek vooral dat het een duidelijke handreiking is, die voorziet in een concrete behoefte aan antwoord op vragen als: hoe lang kan het duren? Wat staat de patiënt en de hulpverlener te wachten? Wat voor zorg verleen je naast goede mondverzorging? Wat te doen bij onrust, verwardheid en een delier? Welke klachten kunnen optreden en hoe kun je deze verlichten? Is dit een natuurlijke dood?
Steeds vaker
De verwachting is dat hulpverleners de komende jaren steeds vaker te maken krijgen met vragen van mensen die overwegen bewust af te zien van eten en drinken of daarmee zijn begonnen. De handreiking gaat niet in op de vraag of stoppen met eten en drinken een goede weg is. Het is een keuze die iedereen zelf kan en mag maken. Bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen wordt nadrukkelijk afgeraden bij patiënten die jonger dan 60 jaar zijn en geen levensbedreigende ziekte hebben. Bij oudere patiënten is de afwezigheid van een levensbedreigende ziekte of een goede conditie van de patiënt geen reden om deze weg af te raden.
Auteur(s): Adri van Beelen