Skip to main content
Top

2008 | Boek

ZwangerFit: begeleiding van de actieve vrouw tijdens en na haar zwangerschap

Een naslagwerk voor fysiotherapeuten volgens NVFB-ZwangerFit®

Auteur: Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Vaak is een zwangerschap of bevalling de aanleiding voor bekkenbodemklachten. Een goede begeleiding van de zwangere vrouw en de jonge moeder is daarom belangrijk.

Als eerste komen aan de orde de geschiedenis van ZwangerFit, de opzet, de voorwaarden voor het opzetten en het uitvoeren van lessen en de intake van een cursist. Het tweede deel helpt u bij het maken, voorbereiden en invullen van de ZwangerFit theorielessen. Het derde, rijk geïllustreerde deel geeft praktische adviezen voor de ZwangerFit actieve lessen, zoals trainen in de peripartumperiode, trainingsleer, opbouw van de lessen en uitleg over aerobics, fitness en muziekelementen. In het vierde deel komt het draaiboek voor zowel de theorielessen als de actieve lessen aan bod. Daarnaast is er aandacht voor babymassage en de sensomotorische ontwikkeling van de zuigeling. Het vijfde deel bevat veel handige bijlagen.

Inhoudsopgave

Voorwerk

ZwangerFit algemeen

Voorwerk
1 Historie
Om een beeld te krijgen van de huidige inzichten betreffende zwangerschap en baring, is het verhelderend te kijken naar het verleden. Pas dan valt op hoe recent de vrijheden en het recht op zelfbeschikking zijn, die vrouwen tegenwoordig zo vanzelfsprekend als verworven rechten beschouwen. Aangezien Nederlandse vrouwen zich in deze tijd over het algemeen geëmancipeerd voelen en vaak prima in staat zijn werk en privéte combineren, lijkt de feministische strijd voor gelijke rechten en kansen verder van ze af te staan en soms zelfs wat overdreven. Toch ligt de strijd om recht op scholing en opleiding, stemrecht en recht op zelfbeschikking (‘baas in eigen buik’) nog maar hooguit enkele generaties achter ons. Strijdbare vrouwen én mannen blijven noodzakelijk voor een zo goed mogelijke gezondheidszorg in het algemeen, ongeacht sekse of leeftijd. Daarnaast blijft aandacht nodig voor specifieke peripartum gezondheidszorg voor de (aanstaande) moeder en kind. Met hierin aandacht voor individuele behoeften en wensen, overleg over eventuele pijnbestrijding, een zo goed mogelijke preventie ter voorkoming van mogelijke bekkenbodemdisfuncties of bekkenpijnklachten en indien nodig adequate nazorg op zowel lichamelijk, psychisch als sociaal niveau.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
2 Opzet NVFB-ZwangerFit®
ZwangerFit is een actieve vorm van (groeps)begeleiding van de zwangere en pas bevallen vrouw door de fysiotherapeut die is opgeleid tot NVFB-ZwangerFit® docent. ZwangerFit kan bestaan naast de reguliere vormen van zwangerschapsbegeleiding. De beoogde doelgroep bij ZwangerFit zijn immers specifiek actieve vrouwen in hun peripartumperiode, die op sportieve wijze willen doorgaan of opnieuw willen starten met actief bewegen. Deze groep vrouwen vindt de reguliere vormen van zwangerschapsbegeleiding of nagym vaak te weinig actief, terwijl de aanbieders van sportieve cursussen voor zwangeren (dikwijls sportscholen) te weinig gespecialiseerd zijn in preventie en mogelijke problematiek op het gebied van bekken en bekkenbodem in de zwangerschap en na de bevalling. Voorafgaand aan zowel de prepartum- als de postpartumcursus ZwangerFit vindt een uitgebreide intake plaats. Partners kunnen welkom zijn tijdens de theorielessen en sommige actieve lessen, afhankelijk van de opzet en invulling van de individuele ZwangerFit-docent.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
3 Voorwaarden ZwangerFit
Voorwaarden voor het opzetten en uitvoeren van NVFB-ZwangerFit® zijn verdeeld in voorwaarden waaraan de ZwangerFit-docent moet voldoen en voorwaarden waaraan de oefenruimte voor zowel de actieve als theorielessen dient te voldoen. Daarnaast zijn er randvoorwaarden zoals hulpmiddelen om de lessen zo optimaal mogelijk te kunnen geven.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
4 Groepsprocessen
Voor wie groepslessen geeft, is het nuttig om kennis te nemen van groepsontwikkeling, het omgaan met groepsproblematiek en het gebruik van het groepspotentieel. Een fysiotherapeut is al gewend met mensen om te gaan, maar een consult in een fysiotherapeutische setting is natuurlijk niet te vergelijken met een groepsles. In de eerste plaats is het geen een-op-eensituatie en verder is er geen therapeut-patiëntrelatie. In een fysiotherapeutische setting neemt de patiënt meer van de therapeut als deskundige aan. In een groepsles wordt kennis met elkaar gedeeld. De ZwangerFitdocent is uiteraard de aangever en hoofdverantwoordelijke, maar de cursisten bepalen mede de manier waarop de les zal verlopen.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
5 Intake
Voordat een cursist aan de ZwangerFit-lessen kan meedoen, is het noodzakelijk een specifieke intake af te nemen. Hiermee worden de algemene fitheid en gesteldheid nagegaan, de algemene medische geschiedenis, hoe de zwangerschap tot nog toe verloopt en/of hoe een eerdere bevalling is gegaan. Tevens is het belangrijk een indruk te krijgen van eventueel specifieke klachten op het gebied van bekken en lage rug of bekkenbodem, gerelateerd aan de peripartumperiode.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg

Achtergrond: ZwangerFit theorie

Voorwerk
1 Theorielessen
Behalve actief oefenen verzorgt ZwangerFit ook een onderbouwde uitleg over de zwangerschap en baring, de kraamperiode en de lichamelijke en psychische veranderingen in deze periodes. De theorielessen vormen een essentieel onderdeel van de totale peripartumbegeleiding. Bij ZwangerFit worden de theorielessen bewust apart gehouden van de actieve oefenlessen. Op deze wijze is er tijdens de theorieles alle tijd om een onderwerp nader toe te lichten, zonder dat dit ten koste gaat van de actieve oefentijd. Op specifieke vragen en opmerkingen van de cursisten kan de ZwangerFitdocent nu uitgebreid ingaan. Door de scheiding van theorie- en actieve lessen ontstaat de mogelijkheid voor de cursist om zelf te bepalen welke theorielessen zij wil volgen, afhankelijk van de eigen voorkennis of vragen over een specifiek onderwerp. Op deze manier creëert iedere cursist haar eigen ZwangerFit en worden de theorielessen alleen bezocht door geïnteresseerde cursisten. De verhouding tussen actieve lessen en theorielessen ZwangerFit is 3:1.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
2 Tijdens de zwangerschap
Onder invloed van hormonale en mechanische veranderingen in de zwangerschap, vinden er bij de vrouw fysieke en emotionele veranderingen plaats. Veranderingen hoeven niet per definitie tot klachten te leiden! Bij de meesten passen lichaam en geest zich zodanig aan, dat er in het geheel geen specifieke klachten zijn. Sommigen voelen zich juist bijzonder goed en energiek in de zwangerschapsperiode, anderen hebben in min of meerdere mate last van de bekende zwangerschapskwaaltjes. Hoe de lichamelijke veranderingen beleefd worden hangt niet alleen af van de hormonale en mechanische veranderingen maar ook van de psychische gesteldheid. Van invloed is of de zwangerschap gewenst is, of de zwangere wel of geen vaste partner heeft, de houding van de partner ten opzichte van de relatie en de zwangerschap, onzekerheid over de relatie of zwangerschap en bevalling, cultuur en verwachtingspatroon. Veel factoren hebben invloed op de psychische beleving van de zwangerschap. Een cursist kan bijvoorbeeld al eerder zwanger geweest zijn met een ongunstige afloop en daardoor angstig, onzeker of terughoudend staan tegenover deze zwangerschap. Van belang voor de ZwangerFit-docent is te beseffen dat lichamelijke of psychische klachten in de zwangerschap invloed hebben op de beleving van de zwangerschap.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
3 Na de bevalling
Na de bevalling verandert er veel voor de jonge moeder, zowel in lichamelijk en psychisch opzicht, als seksueel en relationeel. In de kraamtijd (eerste 10 dagen na de bevalling) heeft de kraamvrouw begeleiding van de verloskundige of huisarts en veelal de kraamverzorgende. Daarna volgt de kraamperiode (tot 6 weken na de bevalling) en start het bezoek aan het consultatiebureau. De hersteltijd na een bevalling wordt de ontzwangering of postpartumperiode genoemd (tot 9 maanden na de bevalling).
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
4 Emoties en seksualiteit
Zwangerschap en bevallen zijn ingrijpende gebeurtenissen in het leven van een vrouw. Er vinden vele veranderingen plaats, zowel van lichamelijke als van psychische en emotionele aard. Veel veranderingen zijn het gevolg van de invloed van hormonen en mechanische veranderingen en hoeven niet altijd last of ongemak te geven. De meeste veranderingen in het lichaam van de vrouw zijn er al vanaf het begin van de zwangerschap, andere vinden geleidelijk plaats naarmate de zwangerschap vordert of ontstaan pas na de bevalling. Bij sommige vrouwen past het lichaam (en de geest) zich zo goed aan dat ze vrijwel geen last of ongemakken ervaren. Deze vrouwen voelen zich vaak juist bijzonder en vitaal tijdens de zwangerschapsperiode. Bij anderen kunnen de diverse veranderingen juist tot lichamelijke of psychische klachten leiden die de zwangerschap of postpartumperiode min of meer negatief kunnen bepalen.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
5 Toilethouding
In de zwangerschap of na de bevalling is er vaak een veranderd gevoel in het bekkenbodemgebied. Soms is de vrouw angstig om postpartum te plassen of te ontlasten. Voorkomende problemen zijn onder andere het niet goed herkennen van het vullingsgevoel van de blaas of het rectum. Hierdoor kunnen urineverlies, urineweginfecties of obstipatieklachten optreden. Ook pijnklachten kunnen een verandering geven in een goede beheersing en correct gebruik van de bekkenbodemspieren. Als het door pijn of angst moeilijk is de bekkenbodemspieren te ontspannen tijdens plassen en ontlasten, kunnen klachten ontstaan op het gebied van een goede blaas- of rectumlediging. Daarnaast kunnen bepaalde gewoonten leiden tot klachten of irritatie in het bekkenbodemgebied of zelfs blaasontsteking. Hoewel nooit met zekerheid te zeggen is welke specifieke gewoonte bij iemand tot de meeste irritatie leidt, kunnen adviezen wel helpen om bewust te worden van bepaalde ingeslepen gewoonten. Belangrijkste doel is rust in te bouwen in het bekkenbodemgebied, dus zo min mogelijk nieuwe irritatie oproepen.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
6 Bekken
Tijdens hun zwangerschap of na de bevalling geven vrouwen geregeld aan last te hebben van bekkenklachten. Omdat de klachten per persoon kunnen verschillen wat intensiteit en locatie betreft, weten de meesten niet goed hoe nu het beste met hun eigen, specifieke klachten om te gaan. Vaak hebben vrouwen vragen zoals: Wat mag nu wel of juist niet? Kan ik normaal bevallen? Zal ik weer herstellen? Juist die onzekerheid en vaak goedbedoelde maar tegenstrijdige adviezen van anderen maken dat de bekkenklachten een negatief stempel kunnen drukken op de zwangerschapsperiode of de kraamtijd. En dat is jammer van die toch zo bijzondere periode.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
7 Bekkenbodem
De bekkenbodem is op de cortex (motorische homunculus) in verhouding slechts een klein gebiedje. Van lichaamsdelen die beter geproportioneerd zijn op de homunculus zijn we ons meer bewust: voornamelijk ons hoofd, daarna de ledematen met vooral de handen en voeten, dan de buik en romp, zodat er slechts een klein gebiedje overblijft voor de genitaliën met de bekkenbodem. Informatie verkrijgen we via onze vijf zintuigen: gezichtsvermogen, gehoor, reukzin, smaakzin en tastzin. De laatste kan weer onderverdeeld worden in pressieperceptie (drukgevoel), thermoperceptie (warmte- en koudegevoel) en nociceptie (pijngevoel). Als ‘zesde’ zintuig staat de intuïtie (telepathie) bekend.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
8 Ontspanning
Ontspanning en ademhaling zijn nauw met elkaar verweven. Enerzijds is ontspanning niet mogelijk wanneer de ademhaling wordt belemmerd, anderzijds is rustig ademhalen moeilijk voor wie gespannen is. De ademhaling wordt niet voor niets de spiegel van je emoties genoemd. Ontspanningsoefeningen hebben tot doel de verhoogde spierspanning terug te brengen tot het normale niveau. Dit is mogelijk door bij een goed lichaamsbewustzijn overbodige spierspanning te signaleren en deze los te laten. Iedere spier heeft zijn eigen basisspanning. Een constant aanwezige, te hoge spanning in een bepaalde spier is verspilling van energie en kan leiden tot pijnklachten of zelfs functiestoornissen. Angst, spanning, pijn en afweer tijdens de bevalling kunnen de baarmoeder en bekkenbodemspieren indirect of direct laten verkrampen en de baring vertragen. Ook kunnen verkrampingen de pijnsensatie versterken. Door deze vicieuze cirkel te doorbreken met behulp van bepaalde ontspanningsmethodieken en ademhalingstechnieken, kan de baring zeer bewust worden ervaren.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
9 Het begin van de bevalling
Het is voor de zwangere vrouw van belang zich zo goed mogelijk voor te bereiden op wat haar te wachten staat tijdens de komende bevalling. De informatie en adviezen worden gegeven op basis van: wat gebeurt er, wat kun je voelen en wat kun je doen. Dit betreft dan respectievelijk: uitleg van het anatomisch fysiologisch proces, de beleving en gevoelservaring en ten slotte de mogelijkheden voor adequaat gedrag. Het is belangrijk voor de vrouw (en haar partner) om te weten en te begrijpen wat er tijdens de ontsluiting kan gebeuren. Hierdoor kan zij een realistisch verwachtingspatroon en zelfvertrouwen ontwikkelen en adequaat gedrag hiervoor aanleren. Angst en paniek kunnen dan in veel gevallen voorkomen worden, maar ook de kans op overbelastingsverschijnselen zoals weeënzwakte, hyperventilatie en uitputting.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
10 De geboorte
Het laatste stukje van de bevalling is aangebroken, de uitdrijvingsfase of persfase. Nu mag je eindelijk gaan persen en wordt je baby bijna geboren. Soms is het moeilijk te bevatten dat het nu echt bijna gaat gebeuren, ben je het doel van alles een beetje kwijt. Maar zodra er volledige ontsluiting is, veranderen de hormonen in je lijf. Wanneer de baarmoedermond 10 cm is ontsloten, ontstaat er ruimte om de baby de baarmoeder te laten verlaten en het geboortekanaal in te laten gaan. Omdat je geen ontsluitingspijn meer hebt, verdwijnt het hormoon endorfine, dat zorgde voor een soort trancegevoel. Daarvoor in de plaats komt het hormoon adrenaline, dat je actief en alert maakt en nieuwe energie geeft om te persen. De weeën veranderen, van trekkende krampen worden het duwende persweeën. Tijdens de persweeën kun je druk van de baby ervaren op de anus en de endeldarm, of komt er zelfs een beetje ontlasting mee. Je weet dan dat de baby al zo laag ligt dat je mag gaan persen. Ook de baby merkt de hormoonverandering op: door de endorfine zal de kleine zich ondanks de weeënstorm rustig hebben gehouden tijdens de ontsluitingsfase. Door de adrenaline wordt de baby vlak voor de geboorte alert en ‘op scherp gezet’, wat nodig is om direct na de geboorte in staat te zijn zelf te gaan ademhalen en de eigen bloedsomloop van zuurstof te voorzien.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
11 Partner
De rol van de partner is tegenwoordig gelukkig anders dan in vroeger tijden. Vanaf 1955 werd het de echtgenoot pas toegestaan aanwezig te zijn bij de geboorte van zijn kinderen, en werd kinderbezoek in de zwangerenkliniek en op de gynaecologische afdeling van ziekenhuizen goedgekeurd. Tot die tijd wachtte de man op de gang of in de wachtzaal van de kraamkliniek tot de dokter kwam vertellen of zijn vrouw een zoon of dochter had gebaard. Tegenwoordig zijn partners vaak al vanaf het begin betrokken bij de zwangerschap en mogen ze bij de bevalling vanaf het begin aanwezig zijn. Er zijn hiervoor vaak aparte kamers waar de barende vrouw en haar partner kunnen verblijven om de weeën op te vangen. De vroegere gezamenlijke ‘kreunkamers’ zijn inmiddels verleden tijd geworden. Alleen bij een spoedkeizersnede is het vaak niet mogelijk om als partner bij de operatie en geboorte van de baby aanwezig te zijn. Alle aandacht is dan nodig voor moeder en kind.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
12 Voeding van de baby
Eigenlijk zou borstvoeding geven na de bevalling vanzelfsprekend moeten zijn, omdat moedermelk vanzelf aangemaakt wordt na de bevalling ongeacht of je wel of niet borstvoeding wil gaan geven. Niet altijd komt de borstvoeding echter goed op gang of de moeder zelf wilt liever geen borstvoeding geven. Soms zijn er ook praktische overwegingen, waardoor borstvoeding niet zo geschikt lijkt; bijvoorbeeld bij gebruik van een bepaald medicijn door de moeder, bij een dieet bij ziekte, na borstverkleining of andere redenen. Flesvoeding is een goed alternatief voor borstvoeding en speciaal afgestemd op de zuigelingenbehoefte. Toch mist flesvoeding enkele specifieke voordelen voor de baby die borstvoeding wel biedt, vooral in de eerste vijf dagen nadat de borstvoeding op gang is gekomen (colostrum). Daarom wordt vaak geadviseerd om in ieder geval in de kraamtijd te proberen borstvoeding te geven. Bij het overgaan op volledige flesvoeding loopt de borstvoeding snel terug.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
13 Baby
Ouders vinden het vaak interessant om meer te weten te komen over de ontwikkeling van hun kind. Dit geldt zowel voor de zwangere vrouwen en hun partners over de ontwikkeling van hun nog ongeboren baby, als voor de jonge moeders en partners over de ontwikkeling van hun zuigeling. Hoewel veel informatie uiteraard in babyboeken en dergelijke staat, en de (aanstaande) ouders hun vragen kunnen stellen aan de behandelend arts of verloskundige en het consultatiebureau, bouwt de Zwanger- Fit-docent een niet te onderschatten vertrouwensrol met hen op gedurende de langdurige begeleiding peripartum. De ZwangerFit-docent is laagdrempelig, heeft kennis van de peripartumperiode en is in staat adequaat advies te geven of in te schatten of doorverwijzing noodzakelijk is. Daarnaast is de ZwangerFit-docent tevens fysiotherapeut, dus gespecialiseerd in het bewegingsapparaat. Enige kennis van de sensomotorische ontwikkeling van de zuigeling is dan op zijn plaats. Zo is het mogelijk te vertellen hoe de ontwikkeling hoort te verlopen en advies te geven bij het beluisteren van de babyverhalen of bij het zien hoe de jonge moeders hun baby hanteren tijdens de babyles.Wanneer afwijkingen gesignaleerd worden, is doorverwijzen uiteraard belangrijk. Dit zal in eerste instantie naar consultatiebureau of huisarts zijn, maar ook kan het advies zijn om contact op te nemen met de kinderfysiotherapeut of een ervaren babymassagedocent.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
14 Babymassage
Aanraken is essentieel voor de ontwikkeling van baby's en kinderen. Zonder aanraking of het tonen van lichamelijke affectie kwijnen baby's weg. Dit geldt overigens voor alle zoogdieren. Lichamelijk contact blijkt een basisbehoefte om zich veilig en vertrouwd te voelen, en een voorwaarde voor goed hechtingsgedrag. Baby's die goed verzorgd worden in de zin van voldoende voedsel, schone kleertjes en een warm bedje, maar die onvoldoende worden geknuffeld en aangeraakt (bijvoorbeeld als de moeder depressief is), kunnen op den duur problemen krijgen met hun lichamelijke en psychische ontwikkeling en het oppikken van emotionele signalen. Ook praten en lachen tegen de baby zijn hierbij belangrijk.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg

Achtergrond: ZwangerFit actief

Voorwerk
1 Trainen in de pre- en postpartumperiode
Trainen in de zwangerschap met gezonde, actieve vrouwen levert in principe geen risico's op voor de aanstaande moeder en haar ongeboren baby.Wel zijn er richtlijnen en criteria voor trainen in de zwangerschap, waaraan zowel de ZwangerFit-docent als de cursist zich dient te houden. Behalve deze richtlijnen zijn er ook contra-indicaties en relatieve contra-indicaties, die na de intakeprocedure al vóór de eerste actieve les ZwangerFit bekend zijn. Voor en tijdens iedere les let de ZwangerFit-docent op ‘waarschuwingssignalen’. Bij twijfelgevallen kan de docent contact opnemen met de begeleidend arts of verloskundige. Ditzelfde geldt uiteraard ook voor de pas bevallen vrouwen in de postpartumgroep.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
2 Eerste blok: warming-up
De actieve lessen ZwangerFit verlopen volgens een vaste opbouw in drie oefenblokken:
  • eerste blok: warming-up;
  • tweede blok: krachttraining en coördinatieoefeningen, bekkenbodemoefeningen;
  • derde blok: coolingdown, aangevuld met ademhalings- en ontspanningsoefeningen.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
3 Tweede blok: kracht en coördinatie, bekkenbodem
De actieve lessen ZwangerFit verlopen volgens een vaste opbouw met drie oefenblokken:
  • eerste blok: warming-up;
  • tweede blok: krachttraining en coördinatieoefeningen, bekkenbodemoefeningen;
  • derde blok: coolingdown, aangevuld met ademhalings- en ontspanningsoefeningen.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
4 Derde blok: coolingdown, ademhaling en ontspanning
De actieve lessen ZwangerFit verlopen volgens een vaste opbouw met drie oefenblokken:
  • eerste blok: warming-up;
  • tweede blok: krachttraining en coördinatieoefeningen, bekkenbodemoefeningen;
  • derde blok: coolingdown, aangevuld met ademhalings- en ontspanningsoefeningen.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
5 Muziekgebruik
‘Muziek roept emotie op: het kan een gevoel van ontspanning, dreiging, opwinding of verdriet oproepen, maar ook inspireren en motiveren. In de actieve les ZwangerFit kan de docent gebruikmaken van het bewust oproepen van deze emoties. Bijvoorbeeld ontspanning bewerkstelligen, motiveren of het laten verstommen van geroezemoes door de cursisten ‘bij de les’ te houden door muziek aan te zetten, en te laten luisteren naar uitleg door de muziek zachter te zetten. In de opzet van NVFB-ZwangerFit® is bewust gekozen voor het gebruik van muziek tijdens de actieve lessen. Dit houdt in dat muziekgebruik een kenmerk is van ZwangerFit en op enige wijze gebruikt zal worden tijdens de lessen.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
6 Aerobics
Om actieve ZwangerFit-lessen te geven hoeft de docent geen aerobicsachtergrond te hebben. Iedere ZwangerFit-docent is immers ook fysiotherapeut en heeft dus al voldoende kennis van oefentherapie en het trainen van spiergroepen. Het gebruik van aerobicselementen kan de lessen ZwangerFit wel verlevendigen.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
7 Fitness
Fitness is een verzamelnaam voor oefeningen die gedaan kunnen worden, al dan niet met gebruik van apparatuur. Meestal wordt fitness beoefend in een sportschool, fitnesscentrum of fysiotherapiepraktijk. Belangrijk is de instructie hoe te bewegen: ondeskundige fitnessoefeningen kunnen tot schade leiden. De ZwangerFit-docent die fitnesselementen toepast in de actieve ZwangerFit-lessen, is deskundig in het gebruik van de fitnessapparatuur en als algemeen fysiotherapeut ervaren in het trainen van spieren. Daarnaast is de ZwangerFit-docent gespecialiseerd in het actief begeleiden van vrouwen in hun zwangerschap of postpartumperiode, al dan niet met fitness.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg

Draaiboek: ZwangerFit theorie en actief

Voorwerk
1 Theorielessen: draaiboek
Voor het geven van ZwangerFit theorielessen is voldoende achtergrondkennis belangrijk over zwangerschap en baring, bekken en bekkenbodem, functies en disfuncties, kennis van lichamelijke en psychische veranderingen en verdere relevante informatie over de pre- en postpartumperiode.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
2 Actieve lessen: draaiboek
In dit hoofdstuk worden diverse actieve lessen ZwangerFit uitgewerkt in een draaiboek. De ZwangerFit-docent zorgt ervoor dat de lessen geen puur aerobics- of fitnesslessen zijn, maar dat er steeds individuele aandacht is voor de specifieke belastingsmogelijkheden in de zwangerschap of na de bevalling. Er is in het draaiboek met actieve lessen gekozen om te trainen met een herhaling tussen de 15 en 25 keer. Daarnaast moet de docent bij elke les opletten of iedereen op de juiste manier en zwaar genoeg traint. De uitleg en instructie voor en tijdens de oefening zijn van belang voor het juist functioneren van het bekken en de lage rug. Dit houdt in dat de docent, naast uitleg van de oefening zelf, steeds de cursist attendeert op de juiste manier van oefenen en ademhalen.
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
Nawerk
Meer informatie
Titel
ZwangerFit: begeleiding van de actieve vrouw tijdens en na haar zwangerschap
Auteur
Helga D. Hentzepeter-van Ravensberg
Copyright
2008
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-6304-9
Print ISBN
978-90-313-5336-1
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-6304-9