Skip to main content
Top

2009 | wo | Boek

Parodontologie

Redacteuren: Prof. dr. W. Beertsen, Prof. dr. M. Quirynen, Prof. em. dr. D. van Steenberghe, Prof.dr. U. van der Velden

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Veel voorkomende gebitsproblemen vinden hun oorsprong in ziekten van de tandomgevende weefsels, het kaakbot en de orale mucosa. In Parodontologie is de meest actuele wetenschappelijke informatie op dit gebied samengebracht, met focus op de etiologie, de pathogenese en de behandeling van parodontale ontstekingen en de betekenis van deze aandoeningen voor mond- en algemene gezondheid.

Dit leerboek onderscheidt zich van andere uitgaven over parodontologie doordat de auteurs de wetenschappelijke informatie zo vertalen dat nieuw verworven kennis direct in de klinische praktijk kan worden toegepast. Daarbij laten de internationaal erkende auteurs ruimte voor discussie, indien over bepaalde zaken consensus ontbreekt. Het boek geeft een compleet overzicht van parodontologische aandoeningen door niet alleen plaque-gerelateerde maar ook de niet-plaquegerelateerde problemen te bespreken. Daarnaast wordt aandacht besteed aan orale implantaten en hun omgevende weefsels.

Inhoudsopgave

Voorwerk

Bouw en functie

Voorwerk
1 Bouw en functie van het parodontium
Samenvatting
Het parodontium omvat alle weefsels die rondom (Gr.:peri) of naast (Gr.: para) de tand (Gr.:odous) zijn gelokaliseerd. Hiertoe behoren de gingiva, de alveolaire mucosa, het parodontale ligament, het alveolaire bot en het wortelcement. De twee laatstgenoemde weefsels zijn gemineraliseerd.
W. Beertsen, V. Everts
2 Neurofysiologie van de parodontale weefsels
Samenvatting
Het parodontium met zijn verschillende componenten is optimaal ontworpen voor een efficiënte opvang en verdeling van de kauwkrachten. Zijn adaptatievermogen waarborgt deze functie vanaf de kinderleeftijd tot hoge ouderdom. Optimale steun van de dentitie vereist een fysiologische interactie tussen vooral de gingiva (met de transseptale vezels), het alveolaire bot en het parodontale ligament.
A. De Laat

Pathologie

Voorwerk
3 Epidemiologie van gingivitis en parodontitis
Samenvatting
Epidemiologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de prevalentie van ziekten en condities binnen populaties en de factoren die deze prevalentie beïnvloeden, alsmede de toepassing van deze kennis om ziekten te beheersen. In tegenstelling tot de clinicus concentreert de epidemioloog zich niet op het individu maar op groepen mensen. In principe zijn er twee soorten epidemiologisch onderzoek: observatieonderzoek en experimenteel onderzoek.
A. De Laat
4 Gingivitis
Samenvatting
Klinisch gezien, wordt een gezonde gingiva gekenmerkt door een lichtroze kleur, een stevige consistentie met een gestippeld aspect, scherpe papillen die de gehele approximale ruimte vullen, ondiepe pockets (1-3 mm), geen bloeding na sonderen, afwezigheid van zwelling en een marginale gingivarand die zich coronaal van de glazuur-cementgrens bevindt (figuur 4.1). De supergezonde gingiva is ook histologisch gezien ontstekingsvrij.
U. van der Velden
5 Classificatie van parodontitis
Samenvatting
De term parodontitis is een verzamelnaam die gebruikt wordt voor een groot aantal infecties van het parodontium, die klinisch voornamelijk gekarakteriseerd worden door roodheid, zwelling, verhoogde bloedingsneiging, verdiepte pockets, verlies van bindweefselaanhechting en afbraak van alveolair bot.
U. van der Velden
6 Prepuberale parodontitis
Samenvatting
Al in 1938 waarschuwde McCall de tandheelkundige professie dat vrijwel alle vormen van parodontitis bij volwassenen zijn terug te voeren tot in de jeugd. In de afgelopen decennia is deze waarschuwing keer op keer herhaald (Stallard, 1967; Page e.a., 1983), zonder dat dit effect sorteerde. De parodontale toestand van kinderen en jongvolwassenen was en bleef onbelangrijk voor de professie, mede doordat de toestand van het parodontium bij volwassenen betrekkelijk weinig aandacht kreeg. Wat betreft de aandacht voor volwassenen is in de geïndustrialiseerde wereld gedurende de afgelopen 25 jaar een aanzienlijke verandering opgetreden. Hopelijk zal deze kentering ook tot gevolg hebben dat er in de toekomst meer aandacht wordt besteed aan het parodontium van kinderen.
U. van der Velden
7 Juveniele parodontitis
Samenvatting
Het klinisch beeld van wat wij tegenwoordig juveniele parodontitis noemen, is al heel lang bekend. Het werd onder andere beschreven door Hunter in 1802 en Fox in 1823. Net zoals vele latere auteurs, vermeldden ook zij dat de parodontale afbraak plaatsvindt in afwezigheid van gingivitis. In 1923 gebruikte Gottlieb de term ‘diffuse atrofie van het alveolaire bot’ voor hetzelfde klinische beeld.
U. van der Velden
8 Postadolescente parodontitis
Samenvatting
In het verleden zijn voor ernstige gegeneraliseerde parodontitis bij mensen in de leeftijd van 21-35 jaar vele namen gebruikt, onder andere gegeneraliseerde juveniele parodontitis (GJP), postjuveniele parodontitis (PJP), snel progressieve parodontitis (rapidly progressive periodontitis, RPP) en gegeneraliseerde vroeg optredende parodontitis (early onset periodontitis, EOP). Daarnaast wordt onderscheid gemaakt tussen gelokaliseerde en gegeneraliseerde vormen. De diagnostiek is des te verwarrender, omdat de term RPP vaak wordt gebruikt voor een gegeneraliseerde agressieve vorm van parodontitis die jongvolwassenen treft als ze eind twintig of begin dertig zijn (Page e.a., 1983).
U. van der Velden
9 Adulte (chronische) parodontitis
Samenvatting
In het verleden zijn voor ernstige gegeneraliseerde parodontitis bij mensen in de leeftijd van 21-35 jaar vele namen gebruikt, onder andere gegeneraliseerde juveniele parodontitis (GJP), postjuveniele parodontitis (PJP), snel progressieve parodontitis (rapidly progressive periodontitis, RPP) en gegeneraliseerde vroeg optredende parodontitis (early onset periodontitis, EOP). Daarnaast wordt onderscheid gemaakt tussen gelokaliseerde en gegeneraliseerde vormen. De diagnostiek is des te verwarrender, omdat de term RPP vaak wordt gebruikt voor een gegeneraliseerde agressieve vorm van parodontitis die jongvolwassenen treft als ze eind twintig of begin dertig zijn (Page e.a., 1983).
U. van der Velden
10 Refractaire parodontitis
Samenvatting
In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw kwamen er steeds meer publicaties die aantoonden dat parodontitis primair het resultaat is van de aanwezigheid van tandplaque op de gebitselementen. Dit concept werd niet alleen experimenteel aangetoond, maar ook bevestigd in allerlei behandelstudies.
U. van der Velden
11 Necrotiserende gingivitis/parodontitis
Samenvatting
Necrotiserende gingivitis(NG) is een destructieve ontsteking van de gingiva met karakteristieke klinische symptomen. De oorzaak van deze aandoening is opportunistisch veranderde microbiële plaque. Wordt NG niet doelgericht behandeld, dan ontwikkelt zij zich tot necrotiserende parodontitis (NP) vaak in combinatie met een stomatitis.
U. van der Velden
12 Niet-plaquegerelateerde parodontale aandoeningen
Samenvatting
Ontstekingen van het parodontium ten gevolge van de biofilmvorming langs het oppervlak van tanden of implantaten komen veruit het meeste voor. Hierdoor bestaat de neiging om parodontale aandoeningen als synoniem hiervoor te gebruiken. Dit is echter een pars pro toto want er zijn tal van andere aandoeningen van het parodontium die geen verband houden met plaque. Dit hoofdstuk benadert ze vooral vanuit een klinische invalshoek, zoals het opgemerkt wordt door de clinicus.
D. van Steenberghe, K. Michiels
13 Tandtrauma en hypermobiliteit
Samenvatting
Ter hoogte van het parodontium kunnen zich mechanische traumata voordoen die invloed hebben op de mobiliteit van de tanden en de overleving van de gebitselementen in het gedrang brengen. Traumata kunnen worden veroorzaakt door externe factoren (slag, val) of interne factoren (voortijdige occlusale contacten, parafuncties). Het trauma kan acuut of chronisch van aard zijn.
J.A. De Boever, A.L. De Boever
14 Gingivale recessies
Samenvatting
Tijdens het eruptieproces wordt (na doorbraak door de mondmucosa) de tandkroon steeds meer zichtbaar. De rand van de gingiva verschuift gaandeweg van incisaal/occlusaal in de richting van de glazuur-cementgrens. Op het moment van het bereiken van occlusie met de antagonisten is nog ongeveer 50% van de kroon met gingiva bedekt. Echter ook na het bereiken van occlusie neemt de hoogte van de klinische kroon toe.
W. Teughels, E. Nicu, M. Quirynen, U. van der Velden

Etiologie en pathogenese

Voorwerk
15 Speeksel en mondgezondheid
Samenvatting
Mondvloeistof is een complexe vloeistof, grotendeels samengesteld uit een groot aantal klierspeeksels, met een geringe bijdrage van de creviculaire vloeistof en serum. Bij ontstekingen in mondweefsels neemt het aandeel van de creviculaire vloeistof en dat van serum toe. De secretie van speeksel bij de volwassene bedraagt ongeveer 500 ml/24 uur maar kan oplopen tot 1.000.
A. van Nieuw Amerongen
16 Supragingivale plaquegroei, maturatie en mineralisatie
Samenvatting
Mondvloeistof is een complexe vloeistof, grotendeels samengesteld uit een groot aantal klierspeeksels, met een geringe bijdrage van de creviculaire vloeistof en serum. Bij ontstekingen in mondweefsels neemt het aandeel van de creviculaire vloeistof en dat van serum toe. De secretie van speeksel bij de volwassene bedraagt ongeveer 500 ml/24 uur maar kan oplopen tot 1.000.
M. Quirynen, P. Avontroodt, D. van Steenberghe
17 Microbiologie van parodontale infecties
Samenvatting
De geschiedenis van de orale microbiologie begint bij Antoni van Leeuwenhoek in 1683. Hij beschreef met behulp van een eenvoudige microscoop bacteriën in tandplaque. Tevens legde hij het verband tussen het aantal bacteriën en geringe mondverzorging.
A.J. van Winkelhoff, W.A. van der Reijden
18 Vatbaarheid voor parodontitis
Samenvatting
Parodontitis is een multifactoriële ziekte, dat wil zeggen dat verschillende risico’s zijn vastgesteld voor deze aandoening (Page e.a., 1997). Een risicofactor voor parodontitis wordt gedefinieerd als een factor (kan zowel een omgevings- als gedrags- of biologische factor zijn) die aanwezig is voordat de ziekte zich voordoet en waarvan de relatie tot de ziekte bevestigd is in longitudinale studies. De aanwezigheid van een dergelijke risicofactor verhoogt dus de kans op het ontstaan van de ziekte, terwijl de afwezigheid van de risicofactor de kans juist verkleint (Norderyd, 1998).
A.J. van Winkelhoff, W.A. van der Reijden
19 Modificerende factoren: diabetes, roken en stress
Samenvatting
Parodontitis is een multifactoriële ziekte, dat wil zeggen dat verschillende risico’s zijn vastgesteld voor deze aandoening (Page e.a., 1997). Een risicofactor voor parodontitis wordt gedefinieerd als een factor (kan zowel een omgevings- als gedrags- of biologische factor zijn) die aanwezig is voordat de ziekte zich voordoet en waarvan de relatie tot de ziekte bevestigd is in longitudinale studies. De aanwezigheid van een dergelijke risicofactor verhoogt dus de kans op het ontstaan van de ziekte, terwijl de afwezigheid van de risicofactor de kans juist verkleint (Norderyd, 1998).
H. De Bruyn, U. van der Velden
20 Immunologische reacties bij parodontitis
Samenvatting
Parodontitis is een ontsteking van de steunweefsels van de tanden en kiezen. De ontsteking ontstaat en wordt onderhouden door micro-organismen in de tandplaque die zich als een biofilm op tand- en worteloppervlak hebben georganiseerd. Vooral als de biofilm enige maturatie vertoont, bevinden zich hierin veel gramnegatieve, vaak anaerobe bacteriesoorten. Het lijkt erop dat juist deze bacterietypen de ontstekingsreactie in de parodontale weefsels bevorderen en een bacteriële menginfectie veroorzaken. In dit hoofdstuk wordt een globaal overzicht gegeven van de immunologische reacties die een rol spelen bij parodontitis (Ebersole, 1990; Gemmell e.a., 1997; Kornman e.a., 1997; Page e.a., 1997; Kinane e.a., 1999; Darveau, 2000; Ebersole & Cappelli, 2000; Ebersole e.a., 2001; Janeway e.a., 2001; Kinane & Lappin, 2001; Podmore e.a., 2001; Roitt e.a., 2001; Seymour & Gemmell, 2001; Gemmell e.a., 2002).
Bruno G. Loos
21 Parodontale ontstekingen: weefselafbraak
Samenvatting
Afbraak van de bind- en steunweefsels die de tanden omgeven, vindt zowel onder fysiologische als onder pathologische omstandigheden plaats. In het gezonde parodontium is sprake van een nauwkeurig gereguleerd evenwicht tussen aanmaak en afbraak.
Bruno G. Loos
22 Parodontitis in relatie tot algemene gezondheid
Samenvatting
Al geruime tijd is bekend dat een aantal systeemziekten (diabetes, immunosuppressie, enz.) en/of sociale gewoontes (o.a. roken, stress en alcohol) de evolutie en behandeling van parodontitis kunnen beïnvloeden. Het laatste decennium toonden tal van onderzoeken echter met enige zekerheid aan dat ook parodontale infecties een negatieve invloed kunnen hebben op de algemene gezondheid van de patiënt (in het bijzonder cardiovasculaire problemen, diabetes, reumatoïde artritis, vroeggeboorte; Kinane & Bouchard, 2008).
M. Quirynen, M. Desnyder, M. Vercruyssen, D. van Steenberghe

Diagnostiek

Voorwerk
23 De parodontale status
Samenvatting
Het zal duidelijk zijn dat een mondonderzoek waarbij de parodontale status van een patiënt niet wordt vastgesteld, een onvolledig onderzoek is. Omdat een volledig parodontaal onderzoek voor het opsporen van plaquegerelateerde aandoeningen en de documentatie daarvan tijdrovend is, wordt bij de periodieke controle in eerste instantie gebruikgemaakt van een parodontale screeningsmethode. In Nederland en in mindere mate in België wordt hiervoor gebruikgemaakt van de Dutch Periodontal Screening Index (DPSI) (zie hoofdstuk 3).
U. van der Velden
24 Analyse van lichaamsvochten in relatie tot parodontitis
Samenvatting
Al sinds mensenheugenis zijn pogingen ondernomen om ziekteprocessen op te sporen in lichaamsvloeistoffen. Bloed en urine zijn hiervan aansprekende voorbeelden. De analyse van speeksel in relatie tot verschillende aandoeningen is daarentegen nog van tamelijk recente datum. In 1990 schreef Mandel over de veranderingen in speeksel door systemische ziekten, de bijdrage van speeksel aan de diagnose van klinische problemen, hormonale bepalingen en de bepaling van farmaca en hun metabole producten (Mandel, 1990).
U. van der Velden
25 Microbiologische diagnostiek
Samenvatting
Tot in de jaren zeventig werd verondersteld dat vooral de hoeveelheid plaque en niet zozeer de samenstelling ervan bepalend was voor het ontstaan van parodontitis (aspecifieke plaquetheorie). Halverwege de jaren zeventig rapporteerden verschillende orale microbiologen een duidelijke specifieke samenstelling van de subgingivale plaque voor de verschillende typen parodontale infecties (specifieke plaquetheorie).
W. Teughels, M. Quirynen, M. Pauwels
26 Röntgendiagnostiek van het parodontium
Samenvatting
De röntgenopname vormt een van de belangrijkste diagnostische hulpmiddelen in de parodontologie. Het gebruik van röntgenstraling door het kaakbot veroorzaakt immers differentiële absorptie in het beoogde gebied met visualisering van de anatomische structuren tot gevolg. Op deze wijze kan informatie worden verkregen over de harde weefsels van het parodontium, vooral over de botkwantiteit en in mindere mate ook over de botkwaliteit.
R. Jacobs
27 Klinisch onderzoek bij ademgeur
Samenvatting
Ademgeur komt bij meer dan de helft van de bevolking voor en dan vooral ’s morgens (Courtois, 1986). Een slecht riekende adem komt op alle leeftijden voor en even vaak bij mannen als bij vrouwen. Velen die te kampen hebben met ademgeur zijn zich er niet van bewust. De klachten worden dikwijls schuchter aangebracht door de omgeving, zodat ze tevens een bron vormen voor psychosociale problemen.
B. Vandekerckhove, D. van Steenberghe
28 Paro-endoproblemen
Samenvatting
Paro-endopathologie vormt in de eerste plaats een differentiaaldiagnostisch probleem. Stel, het endodontium en het parodontium zijn volledig gescheiden structuren. In dat geval vormen symptomen ter hoogte van het endodontium of het parodontium de indicatoren voor respectievelijk endo- en paropathologie. Wederzijdse beïnvloeding is onder deze omstandigheden niet mogelijk en de diagnosestelling blijft ook relatief eenvoudig. Anatomische en microscopische observaties tonen echter aan dat deze veronderstelling foutief is.
L. Bergmans, S. de Cort, W. Beertsen, P. Lambrechts

Therapie

Voorwerk
29 Preventie in de parodontologie
Samenvatting
De ‘Global’ databank van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) toont aan dat de prevalentie van gematigde parodontitis varieert van 2 tot 67%.
A. Temmerman, C. Dekeyser, M. Quirynen
30 Mechanische en manuele plaquebeheersing
Samenvatting
De oorzaak van de twee meest voorkomende mondziekten (i.e. cariës en tandvleesontsteking) is plaque op de tanden (tandplaque). Deze plaque is een biofilm die met moeite van de tandoppervlakken verwijderd kan worden. Een biofilm is een complexe gemeenschap van bacteriën met eigen regels, hiërarchie en manier van communiceren. De producten van de biofilm kunnen een reeks reacties veroorzaken die tot afbraak van het parodontium kunnen leiden (Haffajee & Socransky, 1994). Mechanische verwijdering van de plaque door middel van een tandenborstel is de meest gebruikte methode van mondhygiëne.
S. Paraskevas, G.A. van der Weijden
31 Subgingivale reiniging
Samenvatting
Subgingivale instrumentatie is een onderdeel van de professionele gebitsreiniging die wordt uitgevoerd bij parodontale therapie. Het doel is ontstoken parodontale weefsels te laten genezen. Door het zorgvuldig verwijderen van plaque en tandsteen wordt het worteloppervlak in een zodanige conditie gebracht dat het parodontium kan herstellen en de gingiva weer strak rondom het gebitselement komt te liggen. Klinisch moet dit leiden tot afname van de pocketdiepte, vermindering van bloeding bij sonderen en winst in aanhechtingsniveau (figuur 31.1 en 31.2).
S. Paraskevas, R.H. Karsten, P.G.G.L. van der Avoort
32 Chemische plaquebeheersing
Samenvatting
De meest frequente infecties in de mondregio zijn cariës en parodontitis. Deze aandoeningen zijn geassocieerd met plaque. Voor parodontitis zijn we aangewezen op de voortdurende verwijdering van de bacteriële plaque. Ondanks uitgebreide motivatiecampagnes blijkt het niet haalbaar alle patiënten een afdoende mechanische plaquecontrole op te leggen.
B. Vandekerckhove
33 Antibiotica bij de behandeling van parodontitis
Samenvatting
Gingivitis en parodontitis zijn de meest voorkomende infecties van het parodontium. Gingivitis komt bij vrijwel iedereen voor, ernstige parodontitis kent een prevalentie van 10-15% bij de volwassen bevolking. Beide aandoeningen worden veroorzaakt door bacteriën die zich in de supra- en subgingivale plaque bevinden. Parodontitis is een multifactoriële ziekte, wat wil zeggen dat bacteriën een essentiële rol spelen in het ziekteproces, maar ook dat bacteriën waarschijnlijk op zichzelf niet in staat zijn om de ziekte te initiëren.
A.J. van Winkelhoff
34 Parodontale chirurgie bij de behandeling van parodontitis
Samenvatting
De initiële niet-chirurgische behandeling van patiënten met parodontitis door middel vanscaling en rootplaning leidt in een aantal gevallen niet tot een bevredigend resultaat. In het algemeen mag worden verwacht dat én de ontsteking van de gingiva én de pocketdieptes afnemen.
W.H. Schoo, S. Bizzarro
35 Behandeling van furcatieletsels
Samenvatting
De succesvolle behandeling van furcatieletsels blijft een moeilijk probleem De introductie van de regeneratieve technieken deed hoopvolle verwachtingen ontstaan, die niet helemaal werden ingelost. Het gebrek aan reproduceerbaarheid van de gebruikte methoden blijft een obstakel dat een veralgemeende toepassing in de weg staat.
J.A. De Boever, A.L. De Boever
36 Parodontale regeneratieve chirurgie
Samenvatting
De succesvolle behandeling van furcatieletsels blijft een moeilijk probleem De introductie van de regeneratieve technieken deed hoopvolle verwachtingen ontstaan, die niet helemaal werden ingelost. Het gebrek aan reproduceerbaarheid van de gebruikte methoden blijft een obstakel dat een veralgemeende toepassing in de weg staat.
M. Maréchal, D. van Steenberghe
37 Parodontale nazorg
Samenvatting
De professionele nazorg speelt een essentiële rol in het behoud van het resultaat van parodontale behandeling op de lange termijn. Voor het behoud van gezonde parodontale weefsels rondom enossale implantaten is nazorg eveneens essentieel (Humphrey, 2006). Patiënten in de nazorgfase vertegenwoordigen een populatie van mensen met een matig tot hoog risico op terugkerende parodontale infecties. Daarom is het belangrijk dat parodontitispatiënten continu deelnemen aan een stringent nazorgprogramma (Axelsson & Lindhe, 1981).
M.M. Danser, D.S. Barendregt, G.A. van der Weijden
38 Parodontale abcesbehandeling
Samenvatting
Een parodontaal abces wordt gedefinieerd als een lokale laesie met duidelijke parodontale afbraak in een kort tijdsbestek en met een lokale ophoping van pus. Naast een tandabces en een acute pericoronitis vormt een parodontaal abces een veelvoorkomend spoedgeval voor zowel de tandarts als de parodontoloog (8 tot 14% van alle tandheelkundige spoedbehandelingen) (Herrera e.a., 2000). Aangezien een onbehandeld parodontaal abces door de continue bacteriëmie ook de algemene gezondheid van de patiënt bedreigt, is een snelle behandeling noodzakelijk.
C. Dekeyser, M. Quirynen
39 Kroonverlenging
Samenvatting
De vervaardiging van tandheelkundige restauraties kent vele aspecten. Behalve de materiaaltechnische kant en het functioneel consolideren van het element, speelt ook de invloed van de restauratie op het parodontium een belangrijke rol. Het aanbrengen van lichaamsvreemd materiaal in nauwe relatie met het dentogingivale complex kan aanleiding geven tot verstoringen in het parodontale evenwicht vanwege geometrische, chemische en microbiologische veranderingen die kunnen optreden. Daarnaast kan de procedure van het restaureren op zichzelf ook al schade aan het parodontium toebrengen.
G.A. van der Weijden, M.F. Timmerman, D.S. Barendregt, S.P.W.H. Keizer, M. Leunisse, G.N. Wolffe
40 Etsbrug en spalken
Samenvatting
Onder de term spalken verstaat men in de medische wereld het beperken en/of opheffen van de onderlinge beweeglijkheid van twee lichaamsonderdelen die meestal gescheiden zijn door een fractuurlijn of een geluxeerd gewricht. Dit hoofdstuk gaat over het spalken van een parodontaal ligament dat ofwel losgescheurd (trauma) of grotendeels afgebroken werd (parodontitis). Een vergevorderde parodontale afbraak kan immers aanleiding geven tot een verhoogde tandmobiliteit met discomfort voor de patiënt en/of met gevaar voor een spontane tandluxatie tijdens functie.
M. Quirynen, P. Lambrechts
41 De behandeling van gingivale recessies en de gevolgen van recessievorming
Samenvatting
Voor het behandelen van gingivale recessies is het belangrijk om onderscheid te maken tussen recessies die door parodontitis zijn ontstaan, en recessies door andere oorzaken. Een goede anamnese en een uitgebreid oraal onderzoek dat zowel pocketdieptemetingen als recessiemetingen omvat, zijn hierbij onmisbaar. Zowel de lengte als de breedte van de recessie zijn belangrijke parameters bij het bepalen van de in te stellen therapie. Een classificatie van de recessie kan helpen bij de visualisatie, diagnose en prognosebepaling van de recessie. Hoewel er andere classificatiesystemen beschreven zijn (Smith, 1997), is klinisch de meest gebruikte de Miller-classificatie (Miller jr, 1985).
W. Teughels, E. Nicu, M. Quirynen, D. Declerck, B. Van Meerbeek, U. van der Velden
42 Paro-orthobehandelingen
Samenvatting
In de dagelijkse praktijk werken parodontoloog en orthodontist steeds meer samen om binnen beide disciplines een optimaal resultaat te bereiken. De orthodontist kan de parodontoloog bijstaan bij:
D.G. Op Heij, H. Opdebeeck, M. Quirynen
43 Brugreconstructies bij patiënten met gereduceerd parodontium
Samenvatting
In talrijke klinische studies is aangetoond dat bij de meerderheid van de patiënten met parodontitis, mits zij grondig parodontaal zijn behandeld, een nauwkeurige onderhoudstherapie volgen en een grote therapietrouw vertonen, verdere parodontale afbraak kan worden vermeden. Slechts een beperkt aantal patiënten neigt tot recidief en is parodontaal niet volledig onder controle te krijgen op lange termijn.Bij parodontaal gesaneerde patiënten zijn vaak gebitselementen geëxtraheerd vanwege uitgesproken parodontaal aanhechtingsverlies.
J.A. De Boever, F. Raes, A.L. De Boever
44 Orale implantaten
Samenvatting
De behandelende tandarts of parodontoloog heeft een groeiend arsenaal aan technieken, materialen en middelen ter beschikking om een (partieel) edentate of oraal verminkte patiënt adequaat te behandelen met enossale implantaten.
G. De Mars
45 Ademgeurtherapie
Samenvatting
Ademgeur kan worden veroorzaakt door meestal intra-, maar ook verschillende extraorale factoren. De frequentste hiervan zijn keel-neus-ooraandoeningen en systemische ziekten, zoals diabetes mellitus, uremie,leverinsufficiëntie, longcarcinoom of bronchiëctasieën(Preti e.a., 1995; van Steenberghe, 1997).
B. Vandekerckhove, J. Poelmans, D. van Steenberghe
46 Therapie van de niet-plaquegerelateerde aandoeningen van het parodontium
Samenvatting
We onderscheiden de inflammatoire aandoeningen, de premaligne aandoeningen en de solitair voorkomende verkleuringen. Letsels verdacht op maligniteit moeten worden doorgestuurd naar de KNO-arts of de kaakchirurg. Verkleuringen van de orale slijmvliezen hebben een brede differentiële diagnose. Een goede diagnose, soms door middel van een biopsie, is dé basis van een goede behandeling.
K. Michiels, D. van Steenberghe
Nawerk
Meer informatie
Titel
Parodontologie
Redacteuren
Prof. dr. W. Beertsen
Prof. dr. M. Quirynen
Prof. em. dr. D. van Steenberghe
Prof.dr. U. van der Velden
Copyright
2009
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-6887-7
Print ISBN
978-90-313-6886-0
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-6887-7