Samenvatting
In dit hoofdstuk laten we je kennismaken met de ethische aspecten van de verpleegkundige beroepsuitoefening. In de dagelijkse praktijk heb je als verpleegkundige steeds te maken met ethische aangelegenheden. Vaak ben je je daarvan niet bewust. Maar wanneer je ethiek zou vertalen met: ‘Je afvragen wat goed is om te doen’, dan wordt al duidelijker waarover het gaat wanneer we het hebben over ethische aspecten.
Vaak wordt er, wanneer er over ethiek gesproken wordt, gedacht aan onderwerpen als abortus, euthanasie, enzovoort. Natuurlijk zijn dit belangrijke ethische onderwerpen. Maar als we het hebben over ethische aspecten van de verpleegkundige beroepsuitoefening, dan dienen de onderwerpen zich veel dichter bij huis aan. Tenminste voor degenen die in staat zijn om ethische vragen te onderkennen. Enkele voorbeelden van zulke ethische vragen binnen de beroepsuitoefening zijn bijvoorbeeld: moet je een zorgvrager dwingen om te eten als hij dat niet wil; welke zorgvrager moet je het eerst helpen, degene die incontinent in bed ligt of degene die in tranen is uitgebarsten omdat hij het niet meer ziet zitten?
In de dagelijkse praktijk zijn voor een verpleegkundige naast kennis over de ethiek, ook bewustzijn van de eigen situatie, professionele verantwoordelijkheid en vaardigheden om ethische zaken bespreekbaar te maken, nodig. Dit hoofdstuk is hiertoe een eerste aanzet.
In dit hoofdstuk worden de volgende vragen aan de orde gesteld: Wat is ethiek en waar houdt ethiek in de verpleging zich mee bezig? Welke rol speelt de verpleegkundige beroepshouding bij ethische aangelegenheden en wat mag van de beroepshouding van een verpleegkundige verwacht worden? Hoe kun je ethische vragen die voortkomen uit het werk, bespreekbaar maken? Tot slot staan we stil bij problemen in het werk die van invloed zijn op het ontstaan en de aanpak van ethische vragen.