Casus
De heer Hendriksen heeft een afspraak voor twee vullingen en extractie van de 16. Tijdens het inwerken van de verdoving vraagt hij zich hardop af hoe een patiënt eigenlijk kan weten dat alles schoon is gemaakt voordat hij wordt behandeld.
De assistente vertelt dat er veel werk verzet wordt tussen de patiëntenbehandelingen door om ervoor te zorgen dat inderdaad alles schoon is. Het is echter helaas niet te zien of iets al dan niet gedesinfecteerd is. Ze legt uit dat zij daarvoor een vaste routine hebben met daarbij een soort codes om te weten of iets schoon is of niet. Als voorbeeld noemt ze het snoer van de uithardingslamp dat na gebruik altijd naar beneden hangt. Na desinfectie van het apparaat wordt het snoer op het werkblad gelegd, vlak langs de lamp. Iedereen in de praktijk weet dan dat de lamp schoon is.
Alle instrumenten van de tray, inclusief hand- en hoekstukken, worden per patiënt schoon gepakt. Om dat duidelijk te laten zien, worden de hoekstukken pas aangekoppeld als de patiënt in de stoel zit en voordat hij de stoel verlaat wordt alles afgekoppeld. De tray gaat dan in zijn geheel naar achteren om de spullen te reinigen, te desinfecteren en indien nodig te steriliseren. De tangen die nodig zijn voor het trekken van zijn kies liggen schoonverpakt op het werkblad klaar. Ze hoeven niet per se verpakt te worden, maar op de patiënt maakt het een prettige indruk als dat wel gebeurt. Op het moment dat ze nodig zijn, worden ze uit de verpakking gehaald. Dan weet de patiënt zeker dat ook de tangen schoon zijn…
Tevreden over zoveel aandacht en uitleg geeft de heer Hendriksen zich vervolgens over aan de tandarts voor de afgesproken behandeling.