Skip to main content
Top

2013 | OriginalPaper | Hoofdstuk

29 Doping

Auteurs : Prof. dr. F.J.G. Backx, drs. F.W.J. Stoele, dr. F. Baarveld

Gepubliceerd in: Diagnose en therapie 2013-2014

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De belangstelling voor topsport en de commercialisering van de sport die hiermee samenhangt, zijn redenen waarom dopinggebruik veel publicitaire aandacht krijgt.
Voetnoten
1
Het NeCeDo (thans de Dopingautoriteit) heeft enkele jaren geleden een advies uitgebracht om bij denksporten slechts een beperkt aantal (in de tekst vermelde) stoffen als doping te beschouwen. Dit om te voorkomen dat denksporters op de uitgebreide lijst van verboden stoffen (zie achteraan in dit hoofdstuk), inclusief bijvoorbeeld anabole steroïden, worden gecontroleerd. Om een aantal praktische redenen is dit advies echter niet door de internationaal bevoegde instanties overgenomen.
 
2
In Nederland is in 1989 door de overheid een nationaal coördinerende organisatie aangaande doping ingesteld: het Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken (NeCeDo). Het NeCeDo hield zich voornamelijk bezig met informatievoorziening, voorlichting, beleidsadvisering en reglementering. In 1999 is de Stichting Doping Controle Nederland (DoCoNed) opgericht, die zich uitsluitend bezighield met de uitvoering van dopingcontroles. In 2006 zijn beide organisaties gefuseerd tot de Stichting Anti-Dopingautoriteit Nederland, kortweg de Dopingautoriteit. De Dopingautoriteit is gevestigd in Capelle aan de IJssel.
 
7
Stoffen die zijn opgenomen in het ‘WADA Monitoring Program 2009’ (bupropion, coffeïne, fenylefrine, fenylpropanolamine, pipradol, pseudo‑efedrine en synefrine (oxedrine)) worden niet als verboden beschouwd.
 
8
Adrenaline, in combinatie met lokale anesthetica of voor lokaal gebruik (bijvoorbeeld nasaal of oogheelkundig) is niet verboden.
 
9
Cathine is verboden bij een concentratie in de urine groter dan 5 microgram per milliliter.
 
10
Zowel efedrine als methylefedrine zijn verboden bij een concentratie in de urine groter dan 10 microgram per milliliter.
 
Metagegevens
Titel
29 Doping
Auteurs
Prof. dr. F.J.G. Backx
drs. F.W.J. Stoele
dr. F. Baarveld
Copyright
2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9801-0_29