Skip to main content
Top

2013 | Boek

Stress bij kinderen

Auteur: Jan van der Ploeg

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Stress komt niet alleen voor bij volwassenen, maar ook bij kinderen. Jarenlang is stress bij jeugdigen onderschat. Kinderen en jongeren maken wel degelijk stress mee; soms incidenteel, soms dagelijks. Dit boek laat zien wat stress betekent voor jeugdigen. Aan de orde komen onder meer een nadere typering van het begrip stress, mogelijke bronnen van stress, het omgaan met stress en de gevolgen van stress. Ook geeft het boek antwoord op de vraag wat professionals, leerkrachten en ouders kunnen doen als kinderen en jongeren gebukt aan onder te veel stress.

Inhoudsopgave

Voorwerk
Hoofdstuk 1. Wat is stress?
Inleiding
Jeugdigen voelen zich soms gestrest. Zij kunnen zich niet concentreren, slapen slecht en klagen over hoofdpijn en buikpijn. Dikwijls vinden ze dat er te veel van hen wordt geëist op school en thuis. Maar is hier ook sprake van stress?
Jan van der Ploeg
Hoofdstuk 2. Coping
Inleiding
Het werkwoord to cope staat in de Webster’s Dictionary voor: het hoofd bieden aan, strijd leveren met vooral moeilijke situaties. Dat het omgaan met stress in de Engelse taal dan ook coping wordt genoemd, ligt voor de hand. Minder voor de hand liggend is een Nederlandse vertaling. Het is moeilijk om een woord te vinden dat het begrip coping goed weergeeft. Om die reden wordt de term coping meestal overgenomen, zoals we wel meer Engelse termen in de oorspronkelijke taal handhaven.
Jan van der Ploeg
Hoofdstuk 3. Wanneer is een copingstrategie effectief?
Inleiding
Is er een tweedeling te maken in succesvolle en minder succesvolle copingstrategieën? Ja en nee. Ja omdat bepaalde strategieën veelal effectiever zijn dan andere. Nee omdat effectieve strategieën niet onder alle omstandigheden succesvol zijn en omdat ineffectieve strategieën in bepaalde stressvolle situaties succes kunnen hebben. Zo is bijvoorbeeld het ontwijken van een stressvolle situatie in het algemeen niet effectief, maar onder bepaalde omstandigheden kan het heel goed zijn om even afstand te nemen van het probleem en er even niet mee bezig te zijn.
Jan van der Ploeg
Hoofdstuk 4. Bronnen van stress
Inleiding
Eerder is in H. 1 gewezen op het bestaan van life events-schalen waarin meerdere bronnen van stress zijn genoemd. Aanvankelijk dacht men dat aan de verschillende stressvolle gebeurtenissen een bepaald gewicht kon worden toegekend. Deze opvatting berustte op de veronderstelling dat de gebeurtenissen door iedereen als even zwaar of licht werden beleefd. Dat blijkt niet het geval. Uit onderzoek is gebleken dat niet iedereen dezelfde gebeurtenis als even ernstig ervaart. Eén en dezelfde gebeurtenis kan verschillend worden waargenomen, hetgeen leidt tot verschillende stressreacties.
Jan van der Ploeg
Hoofdstuk 5. Stress en het brein
Inleiding
Er zijn de laatste jaren nogal wat boeken verschenen over het brein van kinderen en jongeren, bijvoorbeeld Het puberende brein (Crone, 2009), Puberbrein binnenstebuiten (Nelis & Van Stark, 2010) en Ellis en het verbreinen (Jolles, 2011). Toch zal men in deze boeken tevergeefs zoeken naar het functioneren van het brein in relatie tot stress. Ook valt het op dat deze boeken wel veel melding maken van diverse aansprekende experimenten en proeven, maar dat het endocriene systeem dat nauw samenhangt met het brein geheel buiten beeld blijft. Eigenlijk gaan veel van deze boeken meer over het gedrag dat vanuit het brein wordt verklaard, dan over de werking van de biochemische huishouding. Nu is er op dat punt weliswaar nog veel onduidelijk, maar dat betekent niet dat er niets over te zeggen valt.
Jan van der Ploeg
Hoofdstuk 6. Is stress te meten?
Inleiding
Het bepalen van stress bij jeugdigen is geen gemakkelijke opgaaf. Het definiëren van stress is al moeilijk, maar het meten van stress is nog veel moeilijker. Wat de ene jeugdige als zeer stressvol ervaart, wordt door een andere jeugdige als veel minder ernstig beleefd. Waar ligt de grens tussen stress en geen stress? Er bestaat helaas geen eenstemmigheid over de vraag welke gebeurtenissen of situaties wel en niet stressgevend zijn.
Jan van der Ploeg
Hoofdstuk 7. Verschillen tussen trauma en stress
Inleiding
De begrippen trauma en stress worden nogal eens door elkaar gehaald. Dat is om verschillende redenen begrijpelijk. In de eerste plaats wijzen beide begrippen naar situaties of gebeurtenissen die als schokkend of bedreigend zijn ervaren. In de tweede plaats treffen we in de benaming posttraumatisch stresssyndroom beide begrippen aan. Maar wat is precies een trauma en wat is stress? Hoe verhouden zij zich tot elkaar?
Jan van der Ploeg
Hoofdstuk 8. Veerkracht, hét medicijn tegen stress?
Inleiding
Hulpverleners die veel met verwaarloosde kinderen werkten, ontdekten dat niet alle verwaarloosde kinderen later probleemgedrag te zien geven. Sommige kinderen vertoonden géén problemen en hadden géén professionele hulp nodig. Hoe kon dat? Opgroeien onder dezelfde stressvolle omstandigheden en toch niet dezelfde ongunstige gevolgen te zien geven, hoe is dat mogelijk?
Onderzoekers meenden dat de oorzaak gezocht moest worden in het verschil in veerkracht.
Jan van der Ploeg
Hoofdstuk 9. Het ongeluk als bron van stress
Inleiding
Jaarlijks overlijden er in Nederland vijftig kinderen ten gevolge van een ongeval. Veruit de meeste van deze kinderen (ongeveer 70%) zijn het slachtoffer van een verkeersongeval. Overige dodelijke ongelukken zijn onder meer verdrinking, vergiftiging of een ongelukkige val.
Jan van der Ploeg
Hoofdstuk 10. Scheiding en stress
Inleiding
Het aantal echtscheidingen is in de loop der tijd sterk toegenomen. Bedroeg het aantal in 1955 nog slechts 5.634, in 1980 is dat aantal opgelopen tot 23.735, terwijl het jaar 1985 in totaal 33.615 echtscheidingen telde. Daarna is het aantal echtscheidingen in Nederland blijven schommelen rond de 33.000 (tabel 10.1).
Jan van der Ploeg
Hoofdstuk 11. Hoe schadelijk is kindermishandeling?
Inleiding
Het lijdt geen twijfel dat kinderen die het slachtoffer zijn van mishandeling zich bevinden in een uiterst stressvolle situatie. In plaats van liefde en zorg krijgen zij slaag en is mishandeling hun deel. Ze krijgen totaal geen waardering en respect. Er wordt op geen enkele wijze voldaan aan hun elementaire behoefte aan veiligheid en warmte.
Jan van der Ploeg
Hoofdstuk 12. Stress in de omgang met leeftijdgenoten
Inleiding
Met het ouder worden komen kinderen steeds meer in contact met leeftijdgenoten. Dat begint al in het kinderdagverblijf. Aanvankelijk zijn deze contacten nog vrij oppervlakkig, maar naarmate het kind ouder wordt, krijgen de interacties met leeftijdgenoten meer betekenis. Lange tijd is het belang van de omgang met leeftijdgenoten onderschat. Inmiddels is bekend dat die relaties een belangrijke bijdrage leveren in de ontwikkeling. Zo leren kinderen in de omgang met andere kinderen hoe ze ruzies kunnen voorkomen, hoe ze vrienden maken, hoe ze zich wel en niet moeten gedragen, hoe ze oog krijgen voor de belangen van anderen enzovoort. De vrijetijdsbesteding is een oefenterrein voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden. De contacten tussen leeftijdgenoten hebben er de laatste jaren een nieuwe dimensie bij gekregen doordat er via internet steeds meer onderling wordt gecommuniceerd. Het zijn niet alleen de face-to-face ervaringen die tellen, ook de contacten via de moderne media zijn belangrijke ervaringen.
Jan van der Ploeg
Hoofdstuk 13. Hoe stressvol is de samenleving?
Inleiding
De samenleving is de laatste decennia sterk veranderd en zal de komende jaren nog meer veranderingen ondergaan. Het gezin is niet meer zo sterk bepalend als dertig jaar geleden, de school is niet meer de strakke school van vroeger en de vrijetijdsbesteding verloopt niet meer zo spontaan en ongereguleerd als destijds. Er hebben zich op deze drie gebieden veel (en veel tegelijkertijd) technologische, sociale en economische veranderingen voltrokken. Hoe pakken deze veranderingen uit? Wat zijn de gevolgen voor de opgroeiende jeugd? En in hoeverre is deze veranderde en veranderende samenleving risicovol en stressgevend?
Jan van der Ploeg
Hoofdstuk 14. Positieve stress
Inleiding
Als het over stress gaat, is men geneigd te denken aan een onplezierige, akelige situatie. Maar dat is slechts de helft van het verhaal. De andere helft is dat een stressgevende situatie ook positief kan worden beleefd.
Jan van der Ploeg
Hoofdstuk 15. Behandeling van kinderen en adolescenten met stress
Inleiding
Niet bij iedere stress is behandeling nodig. Kinderen en jongeren zijn doorgaans voldoende in staat om met stressvolle gebeurtenissen om te gaan. De meesten overwinnen op eigen kracht en met hulp van hun ouders de moeilijkheden die het gevolg zijn van een ingrijpende gebeurtenis. Naarmate het voorval of de situatie ernstiger is, neemt de kans toe dat het niet lukt de stress meester te worden. Soms is professionele hulp aangewezen. Overigens hebben sommige jeugdigen al bij weinig stress professionele hulp nodig. Dat komt doordat jeugdigen van elkaar verschillen en ook de gezinnen waarin kinderen opgroeien uiteen kunnen lopen. Zo zullen angstige, onzekere en instabiele jeugdigen eerder onder de stress van een schokkende gebeurtenis lijden dan evenwichtige jeugdigen, Ook zullen jeugdigen in een gezin zonder affectie en zonder ondersteuning de stress moeilijker de baas worden.
Jan van der Ploeg
Nawerk
Meer informatie
Titel
Stress bij kinderen
Auteur
Jan van der Ploeg
Copyright
2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-0419-6
Print ISBN
978-90-368-0418-9
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0419-6