Skip to main content
Top

2014 | OriginalPaper | Hoofdstuk

13. Laagdrempelige functionele oefeningen

Auteurs : D.L. Egmond, R. Schuitemaker

Gepubliceerd in: Extremiteiten

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Dit afsluitende hoofdstuk biedt 69 zeer praktische basisoefeningen, die de manueeltherapeut met wat individuele aanpassingen (maatwerk) als huiswerkoefeningen kan meegeven. Een enorm voordeel is dat de patiënt thuis in alle rust de op video gedemonstreerde oefeningen kan bekijken via de praktijkwebsite www.​fysio.​net of op de website van dit boek. Alle 69 oefeningen worden in het boek uitgebreid toegelicht. Een praktische uiteenzetting over behandelstrategieën, excentrisch oefenen en elleboogkrukkentraining springen daarbij in het oog. Afsluitend wordt er een zeer bruikbaar voorstel gedaan voor ‘innovatieve differentiaaldiagnostiek en diagnosecodering’ als basis voor meer betrouwbare vulling van databases, beter betrouwbare outcome monitoring en wetenschappelijke onderbouwing van het vak. Aan de hand van de ‘ingrediëntenlijst voor onderzoek- en behandelprotocollen’ wordt de lezer gestimuleerd om met collega’s in de praktijk eigen protocollen te maken. Dat kan op basis van de voorbeelden met verwijzing naar de hoofdstukken in dit boek. Daarnaast kan aan alle patiënten nu op uniforme wijze een ‘innovatieve diagnosecode’ worden gegeven. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van 3 protocolprofielen, 3 diagnosegroepen, 3 niveaus van reactiviteit en de ‘oude’ DCSPH-versie 2011-diagnosecodering.
Bijlagen
Alleen toegankelijk voor geautoriseerde gebruikers
Voetnoten
1
Een voorbeeld van adequaat (pijn)gedrag is in beweging blijven (al of niet met pijnstilling) bij aspecifieke acute lage rugpijn, omdat er anders geen geld wordt verdiend ... (► intermezzo 1.12).
 
3
ATP = adenosinetrifosfaat, een ribonucleotide dat in de celstofwisseling een sleutelrol vervult als drager van chemische energie.
 
4
De voormalig topskiër Hermann Maier is tijdens zijn sportieve loopbaan en zware revalidatietraject begeleid door de in het Oostenrijkse Ramsau wonende en werkende Nederlandse collega Vincent Vermeulen.
 
5
Plyometrisch = gericht op snelheid, kracht en explosiviteit.
 
6
www.​fysio.​net → huiswerkfilmpjes. Doorlinken is toegestaan onder verwijzing naar de bron: Leerboek Extremiteiten, Houten: BSL, 11e druk.
 
7
Langere dorsale bindweefselplaten, zoals de m. gastrocnemius, hamstrings, mm. glutei en beiderzijds de mm. erector spinae.
 
8
Het branderig gevoel ontstaat doordat de huidzenuwen, afkomstig van de n. ischiadicus, op de doortreedplaatsen door de lichaamsfascie worden getrokken.
 
9
Zie ook: oefening 13.30 ‘circumductiebeweging’ – basisbeweging.
 
10
Zie ook oefening 13.32 ‘deviatiebeweging’ – basisbeweging
 
11
Zie ook oefening 13.41 ‘schuttershouding’.
 
12
Zie ook oefening 13.41 ‘schuttershouding’.
 
13
Zie ook oefening 13.30 ‘circumductiebeweging’ – basisbeweging.
 
14
WAD = whiplash associated disorder.
 
15
Op de demonstratievideo wordt slechts de uitgangshouding van de ‘stofzuigeroefening’ getoond.
 
16
Excentrisch: het betreft hier vooral de m. biceps brachii en de m. subscapularis (de arm wordt gestrekt onder voortdurende verlenging en flexieactiviteit van de m. biceps en endorotatie-adductieactiviteit van de m. subscapularis).
 
17
Concentrisch: het betreft hier vooral de m. triceps brachii en de m. subscapularis (het koord wordt tegen weerstand naar beneden geduwd).
 
18
Outcome monitoring = uitkomsten management; het vastleggen en regelmatig (ook tussentijds) bijhouden van resultaten.
 
19
Benchmarken = vergelijken met andere praktijken of het landelijk gemiddelde.
 
20
BMI = gewicht (in kg), gedeeld door lengte in het kwadraat (in meters).
 
21
De therapeut kan regelmatig uw gewicht, BMI, buikvet, buikomvang, spiermassa, lichaamsvetgehalte en basaalmetabolisme meten (Body Composition Scan) en gebruikt daarbij vragenlijsten, zoals PSK, KOOS, AFI, WOMAC, ICOAP. Wij noemen dit klinimetrie. Zo worden de vorderingen van de patiënt geregistreerd, wat zeer stimulerend werkt!
 
Metagegevens
Titel
Laagdrempelige functionele oefeningen
Auteurs
D.L. Egmond
R. Schuitemaker
Copyright
2014
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0592-6_13