Inleiding
Diarree wordt gedefinieerd als frequente, waterige of dun-brijachtige ontlasting, die meer dan driemaal per dag optreedt of meer dan 300 ml bedraagt. Het betreft een toename van de fecale waterexcretie. De normale hoeveelheid feces bij inname van 2 liter gemengd voedsel bedraagt 200 g. Men moet diarree niet verwarren met incontinentie; dit is soms de werkelijke klacht die door schaamte niet bespreekbaar is voor de patiënt. Het verschil tussen acute en chronische diarree
is arbitrair en wordt gelegd bij twee weken. Acute diarree wordt meestal veroorzaakt door een exogeen agens, terwijl er bij chronische diarree meestal sprake is van een primair afwijkend functionerende darm. Acute diarree ligt meer op het terrein van de huisarts, tenzij er complicaties optreden. Chronische diarree ligt meer op het specialistische vlak. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen osmotische diarree
en secretoire diarree
(tabel
6.1), maar meestal is er sprake van een mengvorm. Een verschil tussen osmotische en secretoire diarree is dat osmotische diarree verdwijnt wanneer de patiënt niet eet (’s nachts) en secretoire diarree gewoon doorgaat. Bepaling in de feces van de osmolaliteit en de hoeveelheid Na en K kan aantonen of er een
anion gap is, ofwel of er osmotische stoffen aanwezig zijn. Dit kan in de klinische setting van belang zijn om de oorzaak van chronische diarree te helpen vaststellen.