Gepubliceerd in:
01-03-2004 | Capita selecta
De zuiverheid van wetenschappelijk onderzoek
Auteur:
Berry Middel
Gepubliceerd in:
Nederlands Tijdschrift voor Evidence Based Practice
|
Uitgave 1/2004
Log in om toegang te krijgen
Extract
In zijn meest eenvoudige vorm wordt de uitkomst (U) van een placebogecontroleerde trial bepaald door de optelsom van vier factoren: het therapiegebonden effect in de experimentele behandelingsgroep (TE), het natuurlijke beloop van de ziekte (NB), niet-specifieke factoren (NS), zoals het placebo-effect dat ook in de interventie aanwezig is, en de waarnemingsfout (WF). De geobserveerde uitkomst van een interventie (I) is als volgt uit te schrijven: U (I) = TE + NB + NS + WF. Voor het geobserveerde effect in de controlegroep (C) geldt natuurlijk hetzelfde, al ontbreekt daar uiteraard het therapiegebonden effect: U (C) = (-) + NB + NS + WF. Het werkelijke interventie-effect is dus te bepalen door na te gaan of alle termen in beide vergelijkingen gelijk zijn, behalve de interventie natuurlijk. De geloofwaardigheid van het interventie-effect draait om de vraag of alle genoemde termen in de vergelijking onder controle zijn (hetzelfde zijn). U (I) = TE + NB + NS + WF U (C) = NB + NS + WF U (i) = TE Het wordt wat complexer wanneer de controlebehandeling geen placebotherapie betreft, maar een andere, bestaande en algemeen geaccepteerde therapie. Denk bijvoorbeeld aan de vergelijking van een (intensieve) Dialectische Gedragstherapie (DGT) met een vorm van psychotherapie die een lage intensiteit heeft (zie ‘Internationaal Nederlands’). Dan lijken sommige termen uit de formule niet meer gelijk te zijn. De uitkomsten worden niet alleen beïnvloed door niet-specifieke effecten (NS), maar ook door de effectiviteit van de controlebehandeling zelf. Bovendien hebben onderzoekers te maken met andere factoren, zoals groepskenmerken, de patiënt-artsrelatie, omgevingsinvloeden en toevalsfactoren. Die zouden eigenlijk ook een plaats moeten krijgen in de formule. Ook de factor waarnemingsfouten (WF) is iets complexer dan hij lijkt. Waarnemingsfouten worden bepaald door drie componenten: de zuiverheid van het oordeel van de onderzoeker, de zuiverheid van het oordeel van de patiënt die aan de onderzoeker rapporteert, en de zuiverheid van de meetinstrumenten. Hieronder bespreken we, aan de hand van het hiervoor genoemde DGT-onderzoek, heel kort welke invloed de genoemde factoren kunnen hebben bij de bepaling van de effectiviteit van DGT. …