Het tubulaire deel, dat een ascenderend (opstijgend) deel, een boogdeel (arcus) en een descenderend (afdalend) deel kent. Vanuit de arcus gaan drie bloedvaten af (fig. 20.2). Het eerste bloedvat is de truncus brachiocephalicus, ook wel arteria anonyma geheten. Dit vat splitst zich in de arteria subclavia dextra en de arteria carotis dextra. De tweede afsplitsing wordt gevormd door de arteria carotis sinistra. Het derde afgaande bloedvat is de arteria subclavia sinistra. Bij sommige personen kan de arteria carotis sinistra ook uit de truncus komen en zijn er dus slechts twee afgaande vaten van de arcus aanwezig. De overgang van de los in het mediastinum hangende aorta ascendens en arcus aortae naar de tegen de wervelkolom gelegen gefixeerde aorta descendens heet de istmus; deze bevindt zich vlak na de afgang van de arteria subclavia sinistra.