Skip to main content
Top

2004 | OriginalPaper | Hoofdstuk

2 Sealants

Auteur : D.M. Voet

Gepubliceerd in: Zelfstandige (be)handelingen voor de tandartsassistent 2

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De kwetsbaarheid van pas doorgebroken gebitselementen is erg groot. Met name de fissuren in de occlusale vlakken van de blijvende molaren zijn een geijkte plaats voor het ontstaan van cariës. In mindere mate geldt dat voor de palatinale en buccale pits.
Ondanks de preventieve werking van grootschalig fluoridegebruik bestaat er behoefte aan extra maatregelen om het ontstaan van fissuurcariës tegen te gaan. De ontwikkeling van kunststof vullingen en de mogelijkheid van het hechten aan het glazuur door middel van de zuur-etstechniek hebben geleid tot het gebruik van ongevulde, dun vloeibare, duidelijk zichtbare en dus goed controleerbare fissuur-verzegelingslakken. Algemeen wordt hiervoor de Engelse term sealant gebruikt. Het indicatiegebied voor sealants is overwegend de 6-sen en 7-s, maar ook andere elementen komen soms in aanmerking. De materialen en hulpmiddelen die nodig zijn voor het vervaardigen van een goede sealant moeten aan bepaalde eisen voldoen. De behandelaar moet om ergonomische overwegingen in staat zijn om goed en vlot met indirect zicht te kunnen handelen. Dit geldt voor het gebruik van instrumenten en tevens voor het veilig kunnen gebruiken van hoekstukken in de mond.
De Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde heeft behandelprotocollen opgesteld voor het aanbrengen van sealants. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen verkleurde en niet-verkleurde fissuren. Wanneer blijkt dat reeds cariës aanwezig is op de bodem van de fissuur is het noodzakelijk een adhesieve vulling te vervaardigen. Enkele praktische tips worden gegeven die het correct vervaardigen van sealants in een ontspannen sfeer kunnen bevorderen.
Woordenlijst
behandelprotocol
: lijst waarop punt voor punt beschreven staat welke stappen genomen moeten/kunnen worden voor het uitvoeren van een bepaalde behandeling
cariësdetector
: rode vloeistof die na aanbrengen, inwerken en schoonspoelen carieus weefsel fel rood kleurt
direct zicht
: werkterrein kan in ergonomisch verantwoorde stand van unit en behandelaar zonder hulp van een spiegel geïnspecteerd worden
etsgel
: zure gel die wordt gebruikt om het glazuuroppervlak (door inwerken gedurende een bepaalde tijd) op te ruwen; door de relatieve vormvastheid en veelal felle kleur goed geschikt voor sealant-behandelingen bij kinderen
etsvloeistof
: zure vloeistof die wordt gebruikt om het glazuuroppervlak op te ruwen, meestal op basis van 37% fosforzuur
fissuren beslijpen
: met spits diamantboortje in airrotor iets open slijpen van fissuren om de bodem van de structuur goed te kunnen inspecteren op aanwezigheid van cariës
gic
: glasionomeercement; wordt in de tandheelkunde toegepast om te restaureren, sealen en hechten
halogeenlamp
: in de tandheelkunde gebruikte blauwe lichtbron om lc-materialen uit te laten harden
indirect zicht
: werkterrein kan in ergonomisch verantwoorde stand van de unit en de behandelaar alleen met behulp van een mondspiegel worden geïnspecteerd
jong glazuur
: niet uitgerijpt, kwetsbaar voor ontkalking gedurende ca. drie jaar na doorbraak
light cure(lc)
: omschrijving van materialen die onder invloed van (halogeen) licht hard worden
nvk
Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde
overtreatment
: uitvoeren van onnodige behandelingen
pellicle
: dunne laag speekseleiwitten op de gebitselementen, niet te verwarren met tandplaque
sealant
: dunne ongevulde (vloeibare) kunsthars die heel dun op de bodem van een fissuur aangebracht wordt of glasionomeerlaag, waardoor de fissuur verzegeld wordt
snap-on cupjes
: disposable polijstcupjes die op steriliseerbare mandrellen geklikt worden
uitgerijpt glazuur
: door rijping gedurende ca. drie jaar na doorbraak veel minder kwetsbaar voor ontkalking dan ongerijpt glazuur (jong glazuur)
ultrasoon apparaat
: wordt gebruikt voor tandsteenverwijdering en uitharding van gic bij restaureren of sealen: de tip van het ultrasone aanzetstuk trilt met een zeer hoge frequentie
vloei-eigenschappen
: mate waarin een materiaal zich snel kan voegen in oneffenheden in het oppervlak
white spot
: doffe witte verkleuring van glazuur bij beginnende cariës
wip -richtlijnen
: hygiënemaatregelen zoals aanbevolen door de Werkgroep Infectie Preventie van de nmt
Metagegevens
Titel
2 Sealants
Auteur
D.M. Voet
Copyright
2004
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9774-7_2